Ton Roks: Supergebakje van Piëch

“Hi Ton, I am sorry.” Dat zijn zes jaar lang de woorden geweest …

Ton Roks

…  waarmee George Keller me begroette, als ik hem waar ook ter wereld tegenkwam. Deze grijze duif in kostuum was verantwoordelijk voor de pr van Bugatti en vanaf de eerste dag dat de Veyron bestond, heb ik hem vriendelijk gebeld en gemaild met het verzoek in het apparaat te mogen rijden voor een reportage. Maar het was bij Bugatti natuurlijk veel te druk en er was zo veel interesse in de auto en Nederland was geen belangrijke markt en dat begreep ik toch wel en bla, bla, bla. 

Ik ben mijn verzoeken jarenlang blijven herhalen, net zoals Bugatti en Keller hun smoesjes. Sinds 7 september is de fabricage van het ding gestopt, wat betekent dat er de hele productiegeschiedenis lang geen enkele gelegenheid zou zijn geweest een gerenommeerd autoblad (ik werkte toen voor Autovisie) te laten rijden. Ik weiger dat te geloven. Ja, ik heb een beetje de pest aan Ferdinand Piëch’s supergebakje gekregen. Daarom heb ik nooit verteld hoe ik over de Veyron denk (niet zo positief), ik vreesde dat mijn mening (te) gekleurd was door de kluiten waarmee ik al die jaren in het riet was gestuurd.

Toen de Veyron pas nieuw was, heb ik er overigens een half uurtje in gereden, toen er eentje bij Hessing stond om klanten te winnen. Toen heb ik de mega-acceleratie gevoeld en een verbouwereerde motorrijder eruit gesprint. Verder was ik gigantisch niet onder de indruk. De Veyron rijdt als een dikke Audi TT en heeft buiten die acceleratie en een zinloos hoge topsnelheid niets te bieden dat ook maar in de buurt komt bij de sensaties van een Ferrari, Porsche of zelfs een Honda S2000 bij redelijk normale snelheden. De Veyron is een auto zonder enige stamboom, die nooit een prestatie van betekenis heeft geleverd. Hij heeft geen enkele race gewonnen, je kunt er zelfs niet eens mee naar een trackday want door zijn gewicht en vermogen rook je zijn remmen binnen een mum van tijd op. Hij kan maar één irrelevant kunstje – harder dan 400 km/u rijden. Hij is in alle andere opzichten inferieur aan de McLaren F1, die wel in alle opzichten een echte supersportwagen is. 

Een Veyron doet maar één ding: demonstreren dat je veel geld hebt. Maar enig verstand van of liefde voor auto’s? Helemaal niks. Zo, dat lucht op.

Ton Roks: Supergebakje van Piëch - Automobielmanagement.nl

Ton Roks: Supergebakje van Piëch

“Hi Ton, I am sorry.” Dat zijn zes jaar lang de woorden geweest …

Ton Roks

…  waarmee George Keller me begroette, als ik hem waar ook ter wereld tegenkwam. Deze grijze duif in kostuum was verantwoordelijk voor de pr van Bugatti en vanaf de eerste dag dat de Veyron bestond, heb ik hem vriendelijk gebeld en gemaild met het verzoek in het apparaat te mogen rijden voor een reportage. Maar het was bij Bugatti natuurlijk veel te druk en er was zo veel interesse in de auto en Nederland was geen belangrijke markt en dat begreep ik toch wel en bla, bla, bla. 

Ik ben mijn verzoeken jarenlang blijven herhalen, net zoals Bugatti en Keller hun smoesjes. Sinds 7 september is de fabricage van het ding gestopt, wat betekent dat er de hele productiegeschiedenis lang geen enkele gelegenheid zou zijn geweest een gerenommeerd autoblad (ik werkte toen voor Autovisie) te laten rijden. Ik weiger dat te geloven. Ja, ik heb een beetje de pest aan Ferdinand Piëch’s supergebakje gekregen. Daarom heb ik nooit verteld hoe ik over de Veyron denk (niet zo positief), ik vreesde dat mijn mening (te) gekleurd was door de kluiten waarmee ik al die jaren in het riet was gestuurd.

Toen de Veyron pas nieuw was, heb ik er overigens een half uurtje in gereden, toen er eentje bij Hessing stond om klanten te winnen. Toen heb ik de mega-acceleratie gevoeld en een verbouwereerde motorrijder eruit gesprint. Verder was ik gigantisch niet onder de indruk. De Veyron rijdt als een dikke Audi TT en heeft buiten die acceleratie en een zinloos hoge topsnelheid niets te bieden dat ook maar in de buurt komt bij de sensaties van een Ferrari, Porsche of zelfs een Honda S2000 bij redelijk normale snelheden. De Veyron is een auto zonder enige stamboom, die nooit een prestatie van betekenis heeft geleverd. Hij heeft geen enkele race gewonnen, je kunt er zelfs niet eens mee naar een trackday want door zijn gewicht en vermogen rook je zijn remmen binnen een mum van tijd op. Hij kan maar één irrelevant kunstje – harder dan 400 km/u rijden. Hij is in alle andere opzichten inferieur aan de McLaren F1, die wel in alle opzichten een echte supersportwagen is. 

Een Veyron doet maar één ding: demonstreren dat je veel geld hebt. Maar enig verstand van of liefde voor auto’s? Helemaal niks. Zo, dat lucht op.