Commentaar Peter Brouwer: Wie stopt Sator?

De recente overname van vijf grote regionale grossiers door Sator bracht een vloedgolf aan reacties teweeg. In één klap werden Cartal-Rijsbergen, Heuts, Primaparts, Slager en Veam ingelijfd. Niet de minste partijen. En inmiddels is de echo nog niet verstomd.

De eerste reacties waren die van verbazing tot lichte paniek. Waar eindigt dit? Is dit de stap naar het complete oprollen van de markt? Bij monde van ceo Adriaan Roggeveen gaf Sator zelf aan dat de grootste klappers zijn gemaakt, met de 52 vestigingen die de nieuwe bedrijven inbrengen. Goed, om de landelijke dekking helemaal optimaal te krijgen, zullen er nog ongeveer twintig bij komen – in hoog tempo, voorspelde de grote baas.

Zoals gezegd reageerde de markt met enige huiver. ‘Wanneer zijn wij aan de beurt’,  gonsde het door de branche. Toch kan diezelfde branche eigenlijk niet verrast zijn. De grote saneringsgolf vindt al jaren plaats in dealerlandschap, waar overnemen of overgenomen worden tot op de dag van vandaag meer regel dan uitzondering is. Met als de twee vaste hoofdargumenten, te midden van eventuele andere redenen, dat schaalvergroting leidt tot betere verkoopresultaten en een goedkopere, efficiëntere backoffice.

Het zijn argumenten die in de meeste praktijkgevallen ook hout snijden. In dealerland heeft dat inmiddels tot gevolg dat de vijftig grootste dealers meer dan de helft van de verkochte aantallen voor hun rekening nemen. Natuurlijk hebben we het hier over twee verschillende sectoren, maar het groter-groeien-principe is niet alleen voor de automotive branche uitgevonden.

Sator heeft haar activiteiten in Frankrijk en België afgestemd op de lokale situatie aldaar. Dat wil met name voor België zeggen dat een operatie zoals in Nederland niet voor de hand ligt. De markt is er dusdanig gefragmenteerd dat een dergelijke exercitie de medewerking van te veel kleine partijen vraagt. Onbestuurbaar, dus niet wenselijk. Daarom propageert de Schiedamse onderdelenreus bij onze zuiderburen vooralsnog spontane overnames binnen de grossierswereld zelf. Vanuit de verwachting dat zo vanzelf overnamekandidaten ontstaan die wél groot genoeg zijn voor Sator.

Dat Sator zijn greep op de Nederlandse markt verstevigt, met dank aan de Amerikaanse moeder LKQ, staat buiten kijf. De perfect geregisseerde vijf overnames waren een geslaagde, verrassende coup. Van een definitieve verdeling van de Nederlandse markt is zeker nog geen sprake. Wanneer het stof is neergedaald, zullen er zeker opnieuw koppen bij elkaar worden gestoken. De antwoorden volgen vanzelf. En dan hebben we het nog niet eens over een al dan niet sluipende invasie van onze oosterburen.

Peter Brouwer is hoofdredacteur van Automobiel Management.

Commentaar Peter Brouwer: Wie stopt Sator? - Automobielmanagement.nl

Commentaar Peter Brouwer: Wie stopt Sator?

De recente overname van vijf grote regionale grossiers door Sator bracht een vloedgolf aan reacties teweeg. In één klap werden Cartal-Rijsbergen, Heuts, Primaparts, Slager en Veam ingelijfd. Niet de minste partijen. En inmiddels is de echo nog niet verstomd.

De eerste reacties waren die van verbazing tot lichte paniek. Waar eindigt dit? Is dit de stap naar het complete oprollen van de markt? Bij monde van ceo Adriaan Roggeveen gaf Sator zelf aan dat de grootste klappers zijn gemaakt, met de 52 vestigingen die de nieuwe bedrijven inbrengen. Goed, om de landelijke dekking helemaal optimaal te krijgen, zullen er nog ongeveer twintig bij komen – in hoog tempo, voorspelde de grote baas.

Zoals gezegd reageerde de markt met enige huiver. ‘Wanneer zijn wij aan de beurt’,  gonsde het door de branche. Toch kan diezelfde branche eigenlijk niet verrast zijn. De grote saneringsgolf vindt al jaren plaats in dealerlandschap, waar overnemen of overgenomen worden tot op de dag van vandaag meer regel dan uitzondering is. Met als de twee vaste hoofdargumenten, te midden van eventuele andere redenen, dat schaalvergroting leidt tot betere verkoopresultaten en een goedkopere, efficiëntere backoffice.

Het zijn argumenten die in de meeste praktijkgevallen ook hout snijden. In dealerland heeft dat inmiddels tot gevolg dat de vijftig grootste dealers meer dan de helft van de verkochte aantallen voor hun rekening nemen. Natuurlijk hebben we het hier over twee verschillende sectoren, maar het groter-groeien-principe is niet alleen voor de automotive branche uitgevonden.

Sator heeft haar activiteiten in Frankrijk en België afgestemd op de lokale situatie aldaar. Dat wil met name voor België zeggen dat een operatie zoals in Nederland niet voor de hand ligt. De markt is er dusdanig gefragmenteerd dat een dergelijke exercitie de medewerking van te veel kleine partijen vraagt. Onbestuurbaar, dus niet wenselijk. Daarom propageert de Schiedamse onderdelenreus bij onze zuiderburen vooralsnog spontane overnames binnen de grossierswereld zelf. Vanuit de verwachting dat zo vanzelf overnamekandidaten ontstaan die wél groot genoeg zijn voor Sator.

Dat Sator zijn greep op de Nederlandse markt verstevigt, met dank aan de Amerikaanse moeder LKQ, staat buiten kijf. De perfect geregisseerde vijf overnames waren een geslaagde, verrassende coup. Van een definitieve verdeling van de Nederlandse markt is zeker nog geen sprake. Wanneer het stof is neergedaald, zullen er zeker opnieuw koppen bij elkaar worden gestoken. De antwoorden volgen vanzelf. En dan hebben we het nog niet eens over een al dan niet sluipende invasie van onze oosterburen.

Peter Brouwer is hoofdredacteur van Automobiel Management.