Dacia steeds belangrijker voor Renault

De stijgende vraag naar de relatief goedkope Dacia’s heeft de verkopen van moederbedrijf Renault de afgelopen maanden flink vooruitgeholpen. De Franse autofabrikant verkocht in de eerste zes maanden van dit jaar 1,37 miljoen auto’s tegenover 1,30 miljoen in dezelfde periode vorig jaar.

De populaire Dacia’s zorgden met name in Europa voor zwarte cijfers. De verkoop van het merk steeg met bijna een kwart en zorgde er daarmee voor dat de totale verkopen van het Renault-concern in Europa met achttien procent toenam. Vorig jaar pluste Dacia in Europa met ruim negentien procent. In Nederland kwam de afzetstijging toen zelfs uit op 49 procent.
Van de totale concernomzet van het Renault-concern in 2013 (bijna 41 miljard euro) was 4,2 miljard afkomstig van Dacia. Bij de Roemenen lopen dagelijks veertienhonderd auto’s van de band. Daarmee zit Dacia aan de max qua capaciteit. Maar uitbreiding van de Roemeense fabriek is niet aan de orde omdat op concernniveau er te veel onderbezetting is in de fabrieken van Renault zelf.
Indirect is er toch sprake van werkgelegenheidsgroei in Roemenië dankzij het succes van Dacia. Andere bedrijven hebben het land inmiddels ook ontdekt als productielocatie. Zo produceert Mercedes-Benz er versnellingsbakken en investeert Bosch, de grootste toeleverancier van de auto-industrie ter wereld, er zeventig miljoen euro in een nieuwe fabriek.
De lage loonkosten zijn een belangrijk pluspunt (het productiepersoneel verdient ongeveer één tiende deel van hun Duitse collega’s) maar vormen niet de enige verklaring voor het succes van Dacia. Onder supervisie van Renault worden de Roemeense modellen namelijk zó ontwikkeld dat zij überhaupt goedkoop te produceren zijn. Dus bijvoorbeeld ook in de fabrieken van de Fransen zelf. "Mooie modellen ontwerpen voor weinig geld is een kunst", vindt Victor Stiazof, een van de topontwerpers van Renault in Boekarest. Dat is namelijk de succesformule van Dacia: veel auto bieden voor weinig geld. Iets wat Ford, dat de B-Max in Roemenië laat bouwen, niet lukt. Die kan op papier profiteren van dezelfde lage productiekosten maar is vanwege het te hoge hightech karakter geen koopje. En mede daardoor waarschijnlijk niet zo succesvol als de Logan, Sandero en Duster. Renault kan dus tevreden zijn over haar Roemeense filiaal, maar tegenover de groei op de Europese markt kwamen negatieve berichten uit ‘zwakkere automarkten’, als Rusland, Argentinië en Algerije, waar de verkopen daalden. Toch wil Renault zijn positie in opkomende markten versterken om niet alleen afhankelijk te zijn van de Europese markt. De autofabrikant wil met name in Zuid-Amerika en Afrika groeien. Renault maakt eind juli de cijfers over het eerste halfjaar bekend. (bron: autointernationaal)  

 

Dacia steeds belangrijker voor Renault - Automobielmanagement.nl

Dacia steeds belangrijker voor Renault

De stijgende vraag naar de relatief goedkope Dacia’s heeft de verkopen van moederbedrijf Renault de afgelopen maanden flink vooruitgeholpen. De Franse autofabrikant verkocht in de eerste zes maanden van dit jaar 1,37 miljoen auto’s tegenover 1,30 miljoen in dezelfde periode vorig jaar.

De populaire Dacia’s zorgden met name in Europa voor zwarte cijfers. De verkoop van het merk steeg met bijna een kwart en zorgde er daarmee voor dat de totale verkopen van het Renault-concern in Europa met achttien procent toenam. Vorig jaar pluste Dacia in Europa met ruim negentien procent. In Nederland kwam de afzetstijging toen zelfs uit op 49 procent.
Van de totale concernomzet van het Renault-concern in 2013 (bijna 41 miljard euro) was 4,2 miljard afkomstig van Dacia. Bij de Roemenen lopen dagelijks veertienhonderd auto’s van de band. Daarmee zit Dacia aan de max qua capaciteit. Maar uitbreiding van de Roemeense fabriek is niet aan de orde omdat op concernniveau er te veel onderbezetting is in de fabrieken van Renault zelf.
Indirect is er toch sprake van werkgelegenheidsgroei in Roemenië dankzij het succes van Dacia. Andere bedrijven hebben het land inmiddels ook ontdekt als productielocatie. Zo produceert Mercedes-Benz er versnellingsbakken en investeert Bosch, de grootste toeleverancier van de auto-industrie ter wereld, er zeventig miljoen euro in een nieuwe fabriek.
De lage loonkosten zijn een belangrijk pluspunt (het productiepersoneel verdient ongeveer één tiende deel van hun Duitse collega’s) maar vormen niet de enige verklaring voor het succes van Dacia. Onder supervisie van Renault worden de Roemeense modellen namelijk zó ontwikkeld dat zij überhaupt goedkoop te produceren zijn. Dus bijvoorbeeld ook in de fabrieken van de Fransen zelf. "Mooie modellen ontwerpen voor weinig geld is een kunst", vindt Victor Stiazof, een van de topontwerpers van Renault in Boekarest. Dat is namelijk de succesformule van Dacia: veel auto bieden voor weinig geld. Iets wat Ford, dat de B-Max in Roemenië laat bouwen, niet lukt. Die kan op papier profiteren van dezelfde lage productiekosten maar is vanwege het te hoge hightech karakter geen koopje. En mede daardoor waarschijnlijk niet zo succesvol als de Logan, Sandero en Duster. Renault kan dus tevreden zijn over haar Roemeense filiaal, maar tegenover de groei op de Europese markt kwamen negatieve berichten uit ‘zwakkere automarkten’, als Rusland, Argentinië en Algerije, waar de verkopen daalden. Toch wil Renault zijn positie in opkomende markten versterken om niet alleen afhankelijk te zijn van de Europese markt. De autofabrikant wil met name in Zuid-Amerika en Afrika groeien. Renault maakt eind juli de cijfers over het eerste halfjaar bekend. (bron: autointernationaal)