Dat schrijft Roland Berger Strategy Consultants in de studie Shared mobility, how new businesses are rewriting the rules of the private transportation game. Daarin bekijkt het adviesbureau hoe mensen zich de komende jaren zullen verplaatsen. Roland Berger verwacht dat het autodelen over zes jaar tussen de 3,7 en 5,6 miljard euro omzet genereert, en het rittendelen tussen de 3,5 en 5,2 miljard.

‘De houding van de consument is veranderd. De voorkeur voor gebruik in plaats van eigendom zal het personenvervoer transformeren’, aldus René Seyger, partner van Roland Berger in Amsterdam. De opmars van de zogeheten ‘gedeelde mobiliteit’ zet volgens hem door. Behalve voor auto’s geldt dat, vooral in de grote steden, ook voor fietsen: Roland Berger verwacht dat de markt voor het fietsdelen tot 2020 met 20 procent per jaar groeit.

Voor auto’s zijn Greenwheels, Car2Go, Snappcar en Mywheels en ConnectCar de grootste aanbieders in Nederland. Uit onderzoek van CROW-KpVV en TNS-NIPO blijkt dat 110 duizend Nederlanders aan autodelen doen. Dat is een niche, maar 1 op de 5 Nederlanders staat open voor gedeelde mobiliteit, zodat een snelle groei voor de hand ligt.

Vier ‘megatrends’ zijn de grote aanjagers van de gedeelde mobiliteit. Naast de veranderde houding van de consument zijn dat een schaarste aan middelen bij overheden en particulieren (zowel financieel als in ruimte voor infrastructuur), demografische veranderingen (steeds meer huishoudens in de steden) en de voortschrijdende digitalisering. Seyger: ‘Internet maakt het delen van informatie en het boeken en betalen van diensten steeds gemakkelijker. Dat speelt de gedeelde mobiliteit in de kaart.’

Waren vroeger vooral start-ups actief in die markt, nu mengen zich steeds meer gevestigde autofabrikanten, vliegtuig- en transportmaatschappijen in de strijd. Ze komen met ICT-oplossingen of leveren hardware als auto’s, fietsen en ‘slimme’ sloten. Casper Veenman, projectmanager van Roland Berger in Amsterdam: ‘Mobiliteit is een van de snelst groeiende sectoren van de nieuwe deeleconomie.’

De attractiviteit van de businessmodellen voor gedeelde mobiliteit stimuleert de sterke groei. De modellen zijn over het algemeen gemakkelijk schaalbaar, zodat bedrijven snel kunnen groeien als ze eenmaal door de opstartfase zijn. Ze vereisen bovendien geen grote investeringen in mensen of materieel. ‘En aanbieders van gedeelde mobiliteit komen in contact met klanten geboren na 1980’, zegt Veenman. ‘Voor oudere bedrijven met weinig tot geen ingangen bij die groep, is dat een gouden kans.’

Voor de studie Shared mobility analyseerde Roland Berger 200 businessmodellen en interviewde het adviesbureau meer dan honderd academici en managers uit de mobiliteitssector. Dat leverde naast de blik op de toekomst ook een lijst van succesfactoren op. Hoe sneller nieuwkomers de markt betreden en hun aandeel claimen, hoe beter. Daarbij moeten ze geen halve maatregelen nemen; als klanten hun dienst of app niet aantrekkelijk vinden, verdwijnen ze voorgoed. En vanwege het vernieuwende karakter van veel businessmodellen zijn goede relaties met de lokale autoriteiten van groot belang.

Tot slot is het bestuderen van klantgedrag cruciaal. Seyger: ‘De marktleiders in gedeelde mobiliteit combineren big data met hun bedrijfsstrategie. Zo kunnen ze steeds tegemoetkomen aan de wensen van hun klanten.’

De studie Shared mobility, how new businesses are rewriting the rules of the private transportation game maakt deel uit van de Digital Impact-studies van Roland Berger. Daarin belicht het adviesbureau de vele manieren waarop digitalisering impact heeft op alle gebieden van de bedrijfsvoering.