De markt voor deze zogenaamde ‘parallel import’ is booming sinds de Chinese regering er vorig jaar het licht voor op groen zette. Vroeger gebeurde het ook wel, maar toen was het nog een soort grijs gebied dat nogal naar illegaliteit rook.

Nu is parallelimport echter toegestaan en reizen Chinezen er honderden kilometers voor. Om bij een importeur ergens in een afgelegen provincie de auto van hun dromen te kopen – en-passant vaak enkele tienduizenden euro’s besparend. Zo betaal je voor een Audi Q7 bij een officiële dealer zo’n 828 duizend Renminbi ofwel 115 duizend euro, terwijl je voor dezelfde auto in Tianjin (bekend centrum voor de parallelimport) omgerekend ruim onder de 100 duizend euro hoeft neer te tellen. De voor velen 1.200 kilometer lange thuisreis naar de hoofdstad Beijing nemen de Chinezen daarbij op de koop toe. Vooral omdat je dat dan toch in een splinternieuwe auto doet waarmee je overal gezien kunt worden. Of ook Nederlandse dealers auto’s leveren aan Chinese importeurs vermeldt het artikel in de Financial Times er niet bij.