Die kritiek op het Chinese overheidsbeleid komt van Li Shufu, de schatrijke eigenaar van Geely dat ook eigendom is van Volvo Cars. Hij doelt met name op de eis dat buitenlandse autoleveranciers alleen maar op de Chinese markt actief mogen zijn via een joint-venture met een autobedrijf uit dat land zelf. De buitenlanders mogen daarbij ook nooit meer dan de helft van de gezamenlijke onderneming in handen hebben.

Dat systeem werkt als een wolf in schaapskleren, denkt Shufu. De Chinese autobedrijven genieten zo van een beschermde omgeving en vooral van de winst die de bekende buitenlandse merken toch wel binnen brengen. "Dat is niet zo constructief voor een gezonde groei van de kinderen," verwoordt de Geely-baas in een interview met de Financial Times. "Het is meer een schot in eigen doel geweest. Chinese bedrijven hoeven nooit na te denken wat ze eigenlijk moeten verbeteren om hun positie op de internationale automarkt te versterken. Dat is het feitelijke probleem." Ondanks het feit dat China inmiddels de grootste nationale automarkt ter wereld is, is er nog geen Chinees automerk in geslaagd een vooraanstaande positie op het wereldtoneel in te nemen.