BP: er zit luchtje aan vijf procent van tankbeurten

De brandstofkosten worden door menig wagenparkbeheerder als een gegeven beschouwd, maar met een paar simpele ingrepen kan het fleetverbruik vijf tot acht procent worden gereduceerd, zo stelt BP. Eén van de speerpunten daarbij is het tegengaan van tankfraude, want bij het gemiddelde bedrijf zit er een luchtje aan vijf procent van de tankbeurten.

Vertrouwen is goed maar controle is beter. Dat blijkt maar weer als je de cijfers ziet die naar voren kwamen uit een onderzoek dat oliemaatschappij BP liet uitvoeren: gemiddeld is er bij circa vijf procent van de tanktransacties die door werknemers worden gedaan sprake van fraude. En dat terwijl fraude heel goed is tegen te gaan door bijvoorbeeld het tankgedrag te monitoren. "Als er met één pas binnen tien minuten wordt getankt in Groningen en Maastricht of als er kort na elkaar honderd liter voor een personenauto wordt getankt, dan is duidelijk dat er sprake is van fraude", aldus Erik Zwaan, card sales manager bij BP Nederland.
Maar het probleem is dat dit soort zaken onopgemerkt blijven in de praktijk van alledag, aldus Zwaan. "Als een tankpas bijvoorbeeld niet op naam of kenteken staat, is het praktisch niet te traceren dat er privé wordt getankt." Hij pleit er dan ook voor een tankpas met meerdere persoonlijke pincodes te gebruiken indien een auto meerdere berijders heeft, zodat altijd is na te gaan wie er getankt heeft. "Dat maakt het gemakkelijker om het tankgedrag goed te monitoren. Als je dat alleen doet op de factuur die je tweewekelijks ontvangt, kun je zomaar duizend euro aan gestolen brandstof verder zijn."

Passen bij ex-medewerkers

Volgens Zwaan is het ook verbazingwekkend hoeveel tankpassen nog in gebruik zijn bij ex-medewerkers van een bedrijf. Hij adviseert dan ook om een cardprofiel in te stellen, waarmee kan worden vastgelegd welke medewerker op welke plekken (snelweg/geen snelweg) kan tanken en hoe vaak hij dat kan doen. "Extreme of afwijkende situaties worden dan direct opgemerkt en aan de wagenparkbeheerder gemeld", aldus Zwaan. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld in te stellen dat er niet in het weekend kan worden getankt, wat de kans op fraude ook weer wat kleiner maakt. Maar BP werkt ook aan een systeem waarbij een meter in de vlotter van de tank registreert hoeveel brandstof er in de tank zit, zodat kan worden gecontroleerd of de met de tankpas getankte brandstof ook daadwerkelijk in de tank van de betreffende auto is beland. Daarbij wordt een kleine afwijking ingecalculeerd voor bijvoorbeeld schuimvorming en brandstofverlies tijdens het tanken. Voor vrachtwagens bestaat dit systeem al langer en bij bestelwagens is het technisch in de meeste gevallen ook al mogelijk. Maar voor personenauto’s is het een lastiger verhaal. "Voor de montage van ons FleetMove-systeem moet je een universele aansluiting op het motormanagementsysteem hebben. Daar ontbreekt het aan bij personenauto’s", weet Zwaan. "Desondanks willen we dit systeem vanaf eind dit jaar ook voor personenauto’s aanbieden."
BP: kosten tankpas onderschat

Volgens BP schat menig wagenparkbeheerder de kosten van tankpassen lager in dan dat ze daadwerkelijk zijn. Erik Zwaan van de oliemaatschappij: "Bij de bekendere merken kost zo’n tankpas twee euro per maand. Als je een wagenpark met duizend auto’s hebt, is dat toch een fors verschil met een tankpas die bijvoorbeeld vijftig cent in de maand kost." Volgens de BP-man zijn universele tankpassen vaak duurder dan merkgebonden passen, bovendien geven ze geen korting bij alle stations. "Natuurlijk is het zo dat je met een merkgebonden pas op minder plekken kunt tanken dan met een universele pas. Maar wij denken niet dat dit een onoverkomelijk bezwaar vormt."

BP: er zit luchtje aan vijf procent van tankbeurten - Automobielmanagement.nl

BP: er zit luchtje aan vijf procent van tankbeurten

De brandstofkosten worden door menig wagenparkbeheerder als een gegeven beschouwd, maar met een paar simpele ingrepen kan het fleetverbruik vijf tot acht procent worden gereduceerd, zo stelt BP. Eén van de speerpunten daarbij is het tegengaan van tankfraude, want bij het gemiddelde bedrijf zit er een luchtje aan vijf procent van de tankbeurten.

Vertrouwen is goed maar controle is beter. Dat blijkt maar weer als je de cijfers ziet die naar voren kwamen uit een onderzoek dat oliemaatschappij BP liet uitvoeren: gemiddeld is er bij circa vijf procent van de tanktransacties die door werknemers worden gedaan sprake van fraude. En dat terwijl fraude heel goed is tegen te gaan door bijvoorbeeld het tankgedrag te monitoren. "Als er met één pas binnen tien minuten wordt getankt in Groningen en Maastricht of als er kort na elkaar honderd liter voor een personenauto wordt getankt, dan is duidelijk dat er sprake is van fraude", aldus Erik Zwaan, card sales manager bij BP Nederland.
Maar het probleem is dat dit soort zaken onopgemerkt blijven in de praktijk van alledag, aldus Zwaan. "Als een tankpas bijvoorbeeld niet op naam of kenteken staat, is het praktisch niet te traceren dat er privé wordt getankt." Hij pleit er dan ook voor een tankpas met meerdere persoonlijke pincodes te gebruiken indien een auto meerdere berijders heeft, zodat altijd is na te gaan wie er getankt heeft. "Dat maakt het gemakkelijker om het tankgedrag goed te monitoren. Als je dat alleen doet op de factuur die je tweewekelijks ontvangt, kun je zomaar duizend euro aan gestolen brandstof verder zijn."

Passen bij ex-medewerkers

Volgens Zwaan is het ook verbazingwekkend hoeveel tankpassen nog in gebruik zijn bij ex-medewerkers van een bedrijf. Hij adviseert dan ook om een cardprofiel in te stellen, waarmee kan worden vastgelegd welke medewerker op welke plekken (snelweg/geen snelweg) kan tanken en hoe vaak hij dat kan doen. "Extreme of afwijkende situaties worden dan direct opgemerkt en aan de wagenparkbeheerder gemeld", aldus Zwaan. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld in te stellen dat er niet in het weekend kan worden getankt, wat de kans op fraude ook weer wat kleiner maakt. Maar BP werkt ook aan een systeem waarbij een meter in de vlotter van de tank registreert hoeveel brandstof er in de tank zit, zodat kan worden gecontroleerd of de met de tankpas getankte brandstof ook daadwerkelijk in de tank van de betreffende auto is beland. Daarbij wordt een kleine afwijking ingecalculeerd voor bijvoorbeeld schuimvorming en brandstofverlies tijdens het tanken. Voor vrachtwagens bestaat dit systeem al langer en bij bestelwagens is het technisch in de meeste gevallen ook al mogelijk. Maar voor personenauto’s is het een lastiger verhaal. "Voor de montage van ons FleetMove-systeem moet je een universele aansluiting op het motormanagementsysteem hebben. Daar ontbreekt het aan bij personenauto’s", weet Zwaan. "Desondanks willen we dit systeem vanaf eind dit jaar ook voor personenauto’s aanbieden."
BP: kosten tankpas onderschat

Volgens BP schat menig wagenparkbeheerder de kosten van tankpassen lager in dan dat ze daadwerkelijk zijn. Erik Zwaan van de oliemaatschappij: "Bij de bekendere merken kost zo’n tankpas twee euro per maand. Als je een wagenpark met duizend auto’s hebt, is dat toch een fors verschil met een tankpas die bijvoorbeeld vijftig cent in de maand kost." Volgens de BP-man zijn universele tankpassen vaak duurder dan merkgebonden passen, bovendien geven ze geen korting bij alle stations. "Natuurlijk is het zo dat je met een merkgebonden pas op minder plekken kunt tanken dan met een universele pas. Maar wij denken niet dat dit een onoverkomelijk bezwaar vormt."