De voorkeur voor auto’s uit Ingolstadt blijkt uit een overzicht dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat beschikbaar stelde op verzoek van Het Financieele Dagblad.

De topuitvoering A8 wordt licht geprefereerd boven het kleinere broertje A6. De rest van de ministersploeg rijdt in een Lexus 450 (vicepremiers Wouter Bos en André Rouvoet), een Mercedes E200 (Jacqueline Cramer en Eberhard van der Laan), een Volvo S80 (Ab Klink), een Citroën C6 (Maxime Verhagen) of een BMW 7 (Jan Peter Balkenende).

De zware bepantsering van de 7-serie van de minister-president zal hem hoogstwaarschijnlijk de aanvoerder maken van de lijst meest vervuilende dienstauto’s. Waarschijnlijk, want kenmerken van deze speciale BMW worden niet verstrekt aan de media. Minister Cramer van milieuzaken rijdt een Mercedes op aardgas, met het gunstigste energielabel A. De meeste ministersauto’s zijn eigendom van de Staat der Nederlanden. Slechts een kwart van de zestien dienstauto’s van ministers wordt geleast.

In totaal verrijdt het kabinet dit jaar dik 900.000 kilometer. Dat is ruim 22 keer de aarde rond. Onbetwiste kilometervreter is de minister van Economische Zaken, Maria van der Hoeven, in haar Audi A8. Vanuit haar woonregio Zuid-Limburg rijdt ze aan het begin van de werkweek naar Den Haag en aan het eind weer terug. Meestal keert Van der Hoeven ook op woensdagen huiswaarts voor een overnachting. Werkbezoek is de tweede verklaring voor haar nummer 1-positie. "’Ze bezoekt heel veel bedrijven", legt een woordvoerder uit aan Het Financieele Dagblad. "Die zitten door heel Nederland."