De zeven finalisten van de Auto van het Jaar 2015 verkiezing zijn bekend. Het gaat deze keer tussen de (in alfabetische volgorde) BMW 2-serie Active Tourer, de Citroën C4 Cactus, de Ford Mondeo, de Mercedes-Benz C-klasse, de Nissan Qashqai, de Renault Twingo, en de Volkswagen Passat. Vorig jaar ging de prijs naar de Peugeot 308 en dit jaar zijn dus de twee andere Franse merken in de race. De meerderheid van de kandidaten komt uit Duitsland. De Nissan Qashqai is de enige Japanse kanshebber. De finalisten zijn overgebleven uit een lijst van 31 kandidaten. Aan de vooravond van de salon van Genève wordt de winnaar door de uit 58 leden bestaande jury bekendgemaakt.

De finalisten voor 2015 zijn al lang en breed getest (in februari rijden de juryleden nogmaals met de zeven kandidaten), dus er zit weinig nieuwswaarde over welke auto de beste is in de uitslag. Maar de marketingwaarde van de Auto van het Jaar bokaal is nog altijd een dingetje. Om in aanmerking te komen voor de prijs, moet een auto in minimaal vijf Europese landen te koop te zijn op het moment van de verkiezing en een verkoopvolume van minimaal vijfduizend stuks per jaar hebben. Vanwege die laatste eis viel de zeer innovatieve BMW i8 af. De kandidaten die de eindronde wel halen, zijn modellen waar feitelijk weinig mis mee is, maar die nou niet bepaald uitblinken in technologische vooruitgang. Dat maakt de finale een duffe vertoning, al kunnen cynici opmerken dat het opvallend is dat wel de Renault Twingo genomineerd is, maar de technisch identieke, en op details meer doordachte, Smart Forfour niet. De verkiezing van de 308 was vorig jaar ook al omstreden (de prijs werd mede aan de Peugeot toegekend vanwege de moderne driecilinder turbobenzinemotoren, maar die waren toen nog niet eens leverbaar. Dat een Renault nu wel genomineerd is, maar de smart niet doet vermoeden dat de Fransen achter de schermen veel invloed hebben en dat de hele verkiezing een farce is.

Een auto die (bij een eerlijke jurering) zeker niet gaat winnen, is de BMW 2-serie Active Tourer. Een typisch geval van "a giant leap for BMW, a small step voor mankind". Aan het fenomeen van de inmiddels op zijn retour zijnde MPV voegt hij weinig toe, behalve dan een premiumlogo. Het is een hoogwaardige variatie op een al langer bestaand thema. En los van de vermeende heiligschennis die BMW met dit model pleegt (voorwielaandrijving, driecilinder motor) niet vernieuwend.
Een soortgelijke kwalificatie kan op de nieuwe Nissan Qashqai worden geplakt. Die is op alle fronten duidelijk beter dan zijn voorganger, maar het ontbreken van een hybride variant is een gemiste kans. Maar goed, de Peugeot 308 was vorig jaar evenmin innovatief, en die won toen wel, dus wie weet valt het doordachte, goed afgewerkte en prima rijdende Japanse ontwerp dit jaar in de prijzen.

Van geheel andere orde is de aaibare C4 Cactus. Citroën vindt de auto op een bepaalde manier wél opnieuw uit. Namelijk door op basis van een B-segment platform (Peugeot 208) een qua formaat C-segment model te ontwikkelen die dankzij slimme en soms gedurfde keuzes niet duurder is dan een B-segment auto. Een soort Skoda Rapid dus, maar dan frivool, eigenwijs, functioneel en chique. Verrassend eenvoudige oplossingen houden het gewicht laag. Qua trendy uitstraling is het model net zo begerenswaardig als een Mini. Maar zo scherp rijden als deze Brit doet de vlot ogende Citroën niet. Ook het ruimteaanbod valt een tikkeltje tegen.

Bij de Renault Twingo kunnen eveneens kanttekeningen worden geplaatst. Die oogt net zo leuk als de C4 Cactus en benadert het A-segment met zijn achterin geplaatste motor vanuit een boeiende nieuwe invalshoek. Maar de Twingo is ook het bewijs dat ‘anders’ niet per definitie beter is. Overtuigende ruimtevoordelen levert de achterin geplaatste motor in ieder geval niet op. Rij plezier à la de Porsche 911 evenmin. Renault schijnt inmiddels bezig te zijn met een antwoord op de C4 Cactus. Maar Citroën piekert er niet over om haar C1 te vervangen door een hatchback met de motor achterin. Dat maakt de C4 Cactus tot een sterkere kandidaat om de Auto van het Jaar 2015 verkiezing te winnen dan de Twingo.

Tot slot de D-segment middenklassers, waar de Mondeo, C-klasse en Passat allemaal in vallen. Van dit trio lijkt de in Spanje geproduceerde Amerikaan (de Ford dus) de minste kans te hebben op de bokaal. Hij stuurt misschien wel het lekkerst, maar voor de rest is het een erg voorspelbare evolutie. Extra punten voor de mogelijkheid om hem in hybride uitvoering te bestellen, krijgt de Mondeo niet omdat de aandrijflijn van die zuinige variant de Prius qua ‘afstandelijkheid’ overtreft. En dat wil wat zeggen. De Volkswagen zorgt evenmin voor een revolutie, maar dat neemt niet weg dat deze middenklasser qua bouwkwaliteit een grote sprong voorwaarts heeft gemaakt en op dit punt voor een nieuwe standaard zorgt. Ook is de indrukwekkend hoogwaardige Passat net wat ruimer en moderner dan de Mondeo. Op zich niet verwonderlijk, want de Ford is eigenlijk alweer drie jaar oud en bijna aan zijn facelift toe. Tot slot de Mercedes. Die zorgt, net als de Volkswagen, ook voor een nieuwe standaard in zijn klasse (maar dan in het premiumsegment). Het is knap hoe Mercedes de kwaliteiten van de S-klasse (design, afwerking, optiemogelijkheden) heeft weten te vertalen naar een model dat half zo duur is. Ondanks dat de nieuwe C-klasse meer stuurplezier biedt dan voorheen, heeft hij aan comfort niks ingeleverd. Eigenlijk heeft de Mercedes dus evenveel ‘recht’ op de bokaal als de Volkswagen. Maar omdat de jury beducht is voor eventuele kritiek alleen ‘speeltjes voor de rijken’ in de prijzen te laten vallen, zal de Passat meer punten krijgen.

Uiteindelijk zal de strijd dus tussen de C4 Cactus en de Passat gaan. Oftewel Zuid Europa versus Noord Europa. Als lef beloond wordt, dan gaat de bokaal naar Citroën. Maar als emotie geen rol speelt en de auto met zo min mogelijk minpunten dient te winnen, dan gaat Volkswagen met de zege aan de haal.