Dit meldt het Financieele Dagblad. Tatra was gedurende de jaren van het communisme een begrip in Oost-Europa en een kwart eeuw geleden werkten er  vijftien duizend mensen die eenzelfde aantal auto’s produceerden. Nu staan er veel gebouwen leeg  en per jaar worden er nog maar negenhonderd auto’s  gemaakt.  Skoda werd opgeslokt door de Volkswagen Groep en is succesvol maar Tatra kwijnde langzaam weg. In 2011 werd er een veelbelovend samenwerkingsverdrag gesloten met DAF en kreeg Tatra met zijn model Phoenix internationaal veel lof. Maar dit kon niet voorkomen dat het met de omzet toch elk jaar een beetje slechter ging. Er waren Amerikaanse investeerders maar die konden er niks aan veranderen.

In 2012-2013 kwam een corruptieschandaal bij een van de Amerikaanse oud-aandeelhouders aan het licht en leek het doek definitief te vallen. Toen besloten twee Tsjechische ondernemers het bedrijf te redden: Jaroslav Strnad en René Matera. Zij kochten het bedrijf voor ruim zes miljoen euro, inclusief dertig miljoen aan schulden. Ze staken bovendien zeven miljoen euro vers geld in het bedrijf, wat zich in 2014 na een reorganisatie direct uitbetaalde in een kleine winst op een omzet van honderddertig miljoen. "Toch is Tatra er nog lang niet" zegt Ron Bonsen, die in de raad van bestuur van DAF zat en nu als commissaris voor Tatra werkt, in het interview in het Financieele Dagblad.  Er zit veel potentieel in Tatra, zegt Bonsen. Maar alleen goede off-road vrachtwagens is niet genoeg.  

Dertig dealers

Bij twaalf dealerbedrijven in Tsjechië, Slowakije, Polen, België, Nederland en Oostenrijk worden nu al Tatra’s verkocht. Het is de bedoeling dat dit aantal later dit jaar oploopt naar ongeveer dertig dealers en de jaren erna kan dit aantal verder oplopen, zegt Bonsen. De samenwerking tussen DAF en het veel kleinere Tatra is volgens hem een ‘match in heaven’ omdat de twee bedrijven elkaar qua product perfect aanvullen. Tatra maakt namelijk alleen off-road trucks, terwijl de kracht van DAF in het vervoer over de weg zit. Tatra maakt bovendien in een groot deel van zijn producten gebruik van motoren van DAF.
Volgens Bonsen is er een cultuurprobleem. De dienstverlening is slecht ontwikkeld en het bedrijf leunt te veel op oude netwerken in de defensie-industrie, die nog de belangrijkste afnemer is (zestig procent tegen veertig procent civiel). Om Tatra gezond te maken moet die verhouding over een paar jaar andersom zijn, vindt Bonsen. Om dit te realiseren, en de verkopen aan bijvoorbeeld bosbouw-, mijnbouw en agrarische bedrijven op te voeren, moet er worden gewerkt aan een betere service en aan het in de markt zetten van producten, lees: verkoop.
Een belangrijke stap voor Tatra is het opnieuw aanhalen van de banden met het dealernetwerk van DAF. "Daar is bij die dealers wel wat overtuigingskracht voor nodig omdat zij in het verleden geen goede ervaringen hebben gehad met Tatra. "Bonsen denkt dat het mogelijk moet zijn de productie van Tatra binnen vijf jaar ruimschoots te verdubbelen tot tweeënhalf duizend vrachtwagens per jaar. Dan zou Tatra er in de nichemarkt van de zware trucks weer bij horen. (bron: FD)