Ook kwamen er meer brom- en motorfietsen, terwijl het aantal vrachtvoertuigen daalde. Nederland telt nu 10,8 miljoen motorvoertuigen. Dat blijkt uit de nieuwe publicatie Transport en mobiliteit, die het CBS vandaag uitbrengt.

De toename van het aantal auto’s komt niet alleen door de bevolkingsgroei. Vooral ouderen en vrouwen hebben vaker dan vroeger een auto, omdat zij vaker een rijbewijs hebben. Het is voor vrouwen bijvoorbeeld nu net zo gewoon om een rijbewijs te halen als voor mannen; ook hun arbeidsparticipatie is toegenomen. Daarnaast is het steeds vanzelfsprekender geworden om een auto te hebben. In de helft van de huishoudens is één auto aanwezig, bijna een kwart heeft er twee of meer. Tegenwoordig heeft de helft van de volwassenen een auto.

Jongeren hebben minder vaak een auto dan voorheen, een verschijnsel dat ook in andere Europese landen wordt gesignaleerd. Eén op de vijf jongeren tot 25 jaar bezit een auto. Steeds meer jongeren wonen in de stad, waar fiets en OV goede alternatieven zijn.

Het aantal motorfietsen is met zestig procent gestegen. Nu beschikt één op de 25 volwassen Nederlanders over een motor, dat was in 2000 één op de 38. Ook groeide de laatste jaren het totaal bromfietsen, vooral doordat snorfietsen erg populair werden. Het aantal vrachtvoertuigen neemt daarentegen sinds 2009 af, onder meer als gevolg van de economische krimp en door de toegenomen concurrentie van Oost-Europese wegtransporteurs. Ook rijden er minder bussen.