Bij een leeftijd van drie jaar en een kilometerstand van zestigduizend heeft deze nog 70,2 procent van zijn nieuwwaarde. Dat blijkt uit cijfers van Autotelex. Hoog scoren ook de Seat Mii en Skoda Citigo,  producten van hetzelfde concern. Hetzelfde geldt voor het familietrio Toyota Aygo, Citroën C1 en Peugeot 107. De onderlinge verschillen in restwaarde zijn deels terug te voeren op de merkbeleving en het imago, zegt restwaarde-expert Joost Klaren van Autotelex.

Zowel naar nieuw als naar gebruikt is in het A-segment veel vraag. Kleine auto’s zijn immers relatief betaalbaar, hun brandstofverbruik blijft binnen de perken en de afgelopen jaren waren ze goed voor veel belastingvoordeel. Het verschil tussen koploper Volkswagen Up en de nummer 10 (Fiat 500, restwaarde 66 procent) is slechts 4,2 procentpunt.

De restwaarde is berekend met het taxatiesysteem AutotelexPRO, op basis van een gebruiksperiode van 36 maanden en zestigduizend kilometer. De Top 10 is samengesteld op uitvoeringsniveau, zodat  er per model verschillen kunnen zijn. Een actiemodel bijvoorbeeld kan een hogere restwaarde noteren dan andere uitvoeringen van hetzelfde model. Airco is in het A-segment een gewilde optie, maar de meerprijs is relatief hoog in deze klasse. Daarom laat de aanwezigheid van een airco zich niet altijd vertalen in een procentueel hogere restwaarde.

Over het algemeen zijn vijfdeurs modellen couranter dan driedeurs. Op de hoge restwaarde zijn ook de algemene marktomstandigheden van invloed, zegt Klaren. "In 2015 zijn de meeste nieuwe auto’s in het A-segment zo’n duizend euro duurder geworden. Dat heeft natuurlijk een positief effect op de restwaarde van jonge gebruikte auto’s in diezelfde klasse."