Column Ton Roks: Allerduurste is een Ferrari

De duurste gebruikte auto die momenteel te koop staat, is een Ferrari 250 GTO. Een exact prijskaartje hangt er niet aan, maar de Engelse dealer Talacrest meldt geïnteresseerden dat het geen zin heeft om tegen de banden te komen schoppen als je niet bereid of in staat bent ‘meer dan 50 miljoen US dollar’ op tafel te leggen.

Column Ton Roks: Allerduurste

Dat is een stevige prijs, maar het gaat dan ook om een van de slechts 39 exemplaren die Ferrari van de 250 GTO bouwde en een van ’s werelds meest begeerde automobielen. Onder verzamelaars is het de heilige graal, een Mona Lisa met een pookje.

In de jaren ‘60, toen de 250 GTO’s (voor Gran Turismo Omologato) nieuw waren, kostten ze zo’n anderhalve ton in hedendaagse munt en in de jaren ’70 kon je er eentje te pakken krijgen voor een derde daarvan. Hij was toen weliswaar niet meer competitief maar het was nog steeds een bloedmooie twaalfcilinder sportmachine, het mooiste dat Italië in tijden gemaakt had.

Een van de bekendste eigenaren van een GTO is Nick Mason (drummer van Pink Floyd). Hij kocht de zijne in de jaren ’70 voor naar verluidt iets minder dan 90 duizend dollar. Eind jaren ’80 gingen de GTO’s voor het eerst door de miljoen heen – een schijntje vergeleken bij de Bugatti Royale die net daarvoor voor 5,5 miljoen pond was afgehamerd door Christie’s en daarna jarenlang ’s werelds duurste auto is gebleven.

De GTO’s maakten echter een inhaalslag: in 1990 ging er een voor 10 miljoen pond van de hand. Helaas stortte de business toen in en ging diezelfde GTO een jaartje of drie later voor 2 miljoen pond de deur uit. Ik weet niet wie die pechvogel is geweest, maar hij had die auto moeten houden.

In 2014 ging namelijk een GTO van de hand voor 38 miljoen dollar en dat werd door iedereen die er verstand van had weinig gevonden. De verklaring: het was de enige GTO waarin ooit een coureur om het leven was gekomen. Hij werd bovendien in de USA geveild en Amerikanen zijn bijzonder gevoelig voor dat soort historisch onheil.

Er is nu stagnatie in de markt, maar in het topsegment stijgen de waarden kalmpjes door. In dat licht gezien is de vraagprijs van Talacrest geenszins onredelijk. De aangeboden GTO is geheel onbezoedeld en het is bovendien nummer 2 uit die reeks van 39.

Of de koper zijn 50 miljoen ooit terug zal zien? Waarschijnlijk wel. De vraag naar GTO’s is groter dan het aantal dat Ferrari heeft gebouwd, hij heeft zich ferm genesteld in de top van het autofirmament en zal daar altijd blijven. Bovendien is 50 miljoen dollar voor een GTO nog altijd een koopje naast een Picasso, waarvoor je 180 miljoen dollar moet neertellen.

Column Ton Roks: Allerduurste is een Ferrari - Automobielmanagement.nl

Column Ton Roks: Allerduurste is een Ferrari

De duurste gebruikte auto die momenteel te koop staat, is een Ferrari 250 GTO. Een exact prijskaartje hangt er niet aan, maar de Engelse dealer Talacrest meldt geïnteresseerden dat het geen zin heeft om tegen de banden te komen schoppen als je niet bereid of in staat bent ‘meer dan 50 miljoen US dollar’ op tafel te leggen.

Column Ton Roks: Allerduurste

Dat is een stevige prijs, maar het gaat dan ook om een van de slechts 39 exemplaren die Ferrari van de 250 GTO bouwde en een van ’s werelds meest begeerde automobielen. Onder verzamelaars is het de heilige graal, een Mona Lisa met een pookje.

In de jaren ‘60, toen de 250 GTO’s (voor Gran Turismo Omologato) nieuw waren, kostten ze zo’n anderhalve ton in hedendaagse munt en in de jaren ’70 kon je er eentje te pakken krijgen voor een derde daarvan. Hij was toen weliswaar niet meer competitief maar het was nog steeds een bloedmooie twaalfcilinder sportmachine, het mooiste dat Italië in tijden gemaakt had.

Een van de bekendste eigenaren van een GTO is Nick Mason (drummer van Pink Floyd). Hij kocht de zijne in de jaren ’70 voor naar verluidt iets minder dan 90 duizend dollar. Eind jaren ’80 gingen de GTO’s voor het eerst door de miljoen heen – een schijntje vergeleken bij de Bugatti Royale die net daarvoor voor 5,5 miljoen pond was afgehamerd door Christie’s en daarna jarenlang ’s werelds duurste auto is gebleven.

De GTO’s maakten echter een inhaalslag: in 1990 ging er een voor 10 miljoen pond van de hand. Helaas stortte de business toen in en ging diezelfde GTO een jaartje of drie later voor 2 miljoen pond de deur uit. Ik weet niet wie die pechvogel is geweest, maar hij had die auto moeten houden.

In 2014 ging namelijk een GTO van de hand voor 38 miljoen dollar en dat werd door iedereen die er verstand van had weinig gevonden. De verklaring: het was de enige GTO waarin ooit een coureur om het leven was gekomen. Hij werd bovendien in de USA geveild en Amerikanen zijn bijzonder gevoelig voor dat soort historisch onheil.

Er is nu stagnatie in de markt, maar in het topsegment stijgen de waarden kalmpjes door. In dat licht gezien is de vraagprijs van Talacrest geenszins onredelijk. De aangeboden GTO is geheel onbezoedeld en het is bovendien nummer 2 uit die reeks van 39.

Of de koper zijn 50 miljoen ooit terug zal zien? Waarschijnlijk wel. De vraag naar GTO’s is groter dan het aantal dat Ferrari heeft gebouwd, hij heeft zich ferm genesteld in de top van het autofirmament en zal daar altijd blijven. Bovendien is 50 miljoen dollar voor een GTO nog altijd een koopje naast een Picasso, waarvoor je 180 miljoen dollar moet neertellen.