In absolute bedragen steeg de gemiddelde nettowinst per vestiging van ruim 83 duizend euro in de eerste zes maanden van 2021 naar ruim 142 duizend euro nu. Door de schaarste op de markt en door het grotere aandeel van (duurdere) elektrische auto’s steeg de gemiddelde verkoopprijs van een nieuwe auto met meer dan 12 procent en die van een occasion met ruim een vijfde. Hogere marges zorgden voor een verkoopresultaat dat bijna twee derde hoger lag dan een jaar eerder. De omloopsnelheid nam toe en de stadagen namen af. De waarde van de gemiddelde occasionvoorraad nam tegelijkertijd met bijna 26 procent toe tot ruim 830 duizend euro. Ook in het magazijn ging het dit jaar crescendo voor wat betreft de financiële resultaten, temeer omdat ook van onderdelen de verkoopprijzen en marges stegen en de omloopsnelheid toenam.

De werkplaats vertoonde daarentegen een paar ontwikkelingen die Bovag zorgen baren. De totale omzet steeg daar weliswaar met 6 procent maar de winst lag slechts 3,7 procent hoger. Het aantal gefactureerde uren per monteur kwam in het eerste halfjaar uit op 653, terwijl dat een jaar eerder nog 10 uren meer waren. De prognose voor heel 2022 bedraagt 1.221 gefactureerde uren, tegen 1.240 een jaar geleden. Opvallend is bovendien dat het aandeel van productieve FTE’s bij de afdeling werkplaats (monteurs) afnam ten opzichte van de zogenaamde ‘improductieve’ collega’s zoals serviceadviseurs. De absorptieratio, oftewel de mate waarin aftersales de algemene kosten dekt, steeg van 77,4 naar 78,1 procent.

Vraag en aanbod niet in balans

Bert de Kroon, voorzitter Bovag Autodealers: “Evident is dat de hoge marges bij de verkoop van auto’s en onderdelen het gevolg zijn van de huidige marktsituatie waarin vraag en aanbod niet in balans zijn. Dat is natuurlijk geen structureel effect, hoe graag we het ook zouden willen. In de werkplaats is echter nog veel winst te boeken qua efficiëntie en productiviteit, zoals ik al vaker heb aangehaald. De gefactureerde uren per monteur blijven teruglopen en het lijkt erop dat er steeds meer activiteit rondom het ‘echte’ -en dus facturabele- werk is. Door de monteurs zelf, maar ook door ander personeel dat aan de werkplaats wordt toegerekend, zoals serviceadviseurs of baliemedewerkers. Bovendien ontwikkelen de uurtarieven zich lang niet zo stormachtig als de prijzen van auto’s en onderdelen.”

Lees ook:

Noodklok over sterk gestegen kosten schadeherstel