Al met al eindigde het jaar met een verlies van ruim negen procent, wat op de Duitse markt toch staat voor dik driehonderd duizend auto’s minder. Het Europese beeld werd daarmee tegelijkertijd ook bepaald, Duitsers zijn immers verreweg de belangrijkste afnemers in Europa van nieuwe auto’s. Alle landen tezamen ‘absorbeerden’ zegge en schrijve één procentje méér auto’s. Andere megamarkten als Italië, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk plusten allemaal met een handjevol procenten, de Oost-Europese markten doen het – op Hongarije na – allemaal uitstekend.

Dacia enige lichtpuntje voor Renault
Voor de meeste volumefabrikanten was 2007 geen memorabel jaar. Marktleider Volkswagengroep verloor een procent afzet, niet in de laatste plaats door de zwaar tegenvallende thuismarkt. De merken Volkswagen en Seat boekten daarbij afzetverlies (resp. -3,4 en -1,3 procent), Audi en Skoda maakten weer wat goed: resp. +3,0 procent en +1,3 procent. PSA noteerde een mager plusje, vooral dankzij de met 2,9 procent gestegen Citroën-verkopen, Peugeot daalde met 1,2 procent. Ford-groep en General Motors stegen iets harder dan de markt. Beide fabrikanten hebben met resp. Jaguar (-19,1) en Saab (-8,5 procent) wel een probleemkind in huis, de overige merken boekten allemaal verkoopwinst. De Renault-groep had het ronduit zwaar en noteerde – evenals zusterorganisatie Nissan – een flinke verkoopdip. Daarbij wordt het concerncijfer zelfs nog behoorlijk opgepoetst door de met bijna 24,7 procent gestegen Dacia-verkopen. Het merk Renault ging maar liefst 7,5 procent achteruit.