Daarin staat, wat de auto betreft, de biobrandstof centraal waarbij velen zich steeds meer afvragen of dat nu wel echt goed is voor het milieu. Op het gebied van de CO2-eisen woedt de discussie ook voort, waarbij het Europees Parlement al een eerste versoepeling heeft gepresenteerd.

Biobrandstof staat al een aardige tijd op de Brusselse agenda. De Commissie heeft vorige week zijn laatste plannen gepubliceerd waarin staat dat het aandeel vernieuwbare energie in het totale verbruik omhoog moet van 8,5 naar twintig procent in 2020. Naast zon en wind moeten vooral biobrandstoffen daarin een voorname rol spelen. Maar erg hard gaat het daarbij nog niet. Zo wilde Frankijk rond deze tijd een paar honderd benzinepompen met groene brandstof in werking hebben maar als het er honderd zijn is het veel. Bovendien melden de meeste houders van zo’n pomp dat ze er gemiddeld zegge en schrijve één klant zien.

Maar graan, maïs of suikerbieten gebruiken voor de productie van groene benzine of diesel betekent ook dat je het niet meer als voedsel kunt gebruiken. Bovendien kost het groeien van de gewassen, inclusief de daarvoor gebruikte grote hoeveelheden kunstmest, natuurlijk ook de nodige energie. Vorige week kwam een toonaangevende commissie uit het Britse parlement daarom met een vernietigend rapport met als conclusie dat de (eerste generatie) biobrandstoffen voorlopig eigenlijk maar in de ijskast moeten.

Op het gebied van de CO2-uitstoot, toch echt wel een troetelkindje van de Brusselse bestuurders, blijft de Europese autokoepel Acea fel actie voeren. Zoals net voor de kerst aangekondigd wil Brussel vanaf 2012 forse boetes uitvaardigen voor auto’s die boven de grens van 130 mg/km uitkomen. Fabrikanten mogen daarbij overigens wel hun hele gamma bij elkaar voegen om zo een gemiddelde te berekenen. Acea heeft meteen de aanval gezocht en brengt de ene na de andere publikatie uit om de plannen onderuit te halen. Voorzitter Christian Streiff, ook topman van PSA Peugeot Citroën, noemde de plannen kort geleden weer ‘aardig buitensporig’.

Acea is uiterst te spreken over een amendement van het Europees Parlement om de invoerdatum drie jaar op te schuiven naar 2015. De parlementsleden willen de lat ook iets lager leggen, op 125 g/km (was 120), maar stellen daarbij tegelijk dat de ‘laatste’ vijf g/km uit de brandstof moet komen waarmee de feitelijke grens voor technische verbeteringen dus op 130 g/km blijft liggen. Streiff: ‘’Het is een goede stap op weg naar de flexibiliteit die wij als autofabrikanten op dit gebied willen. We zijn echt bereid om de uitstoot terug te dringen maar geef ons de tijd de benodigde technologie te ontwikkelen. Je kunt dit niet allemaal in een paar jaar tijd bereiken.”

Een dergelijke uitspraak van het Europees Parlement betekent overigens niet meteen dat de voorstellen ook in die zin worden gewijzigd. Maar het vormt wel de basis voor een verder debat.