De realiteit is dat niet elke mooie auto een commercieel succes wordt. Lancia zou dat met zijn eigen Thesis als geen ander moeten weten. Maar er zijn meer voorbeelden, zoals de159 van concerngenoot Alfa Romeo, de Citroën C6, de Lexus IS en wijlen Rover 75. Een doorbraak hebben die niet kunnen bewerkstelligen.

Er zijn natuurlijk ook voorbeelden te noemen van fraaie auto’s die wel succesvol zijn: de Fiat 500 of de Audi TT. Waarom die wel maar die andere niet? Antwoord: als je geen sportwagen bent of een betaalbaar boodschappenautootje, wordt het succes bepaald door de zakelijke markt. En met een prijs tussen de 24 en 33 mille is de Delta voor een groot deel aangewezen op de leasewereld. Lancia moet in dit deel van de markt helemaal bij nul beginnen. Dat vergt een lange adem.

Toch is de zakelijke rijder niet de enige beer op de weg. Want de Delta moet ook nog een flink gevecht leveren met de autopers. Die oordeelden namelijk niet echt mild over de Fiat Bravo, waarvan de Lancia is afgeleid. Ja, de koper krijgt dankzij een verlengde wielbasis tien centimeter extra beenruimte, maar is dat premium? Van de A4, de Passat en de Superb weten we dat het eerder andersom is: het ‘prijsmerk’ Skoda biedt de meeste ruimte en de Audi is achterin het krapst.

Ik voorspel dat de autopers zijn schouders zal ophalen over de extra beenruimte achterin en de Delta zal kwalificeren als een niet erg sportief rijdende auto. De auto zal maar weinig vergelijkingtests op zijn naam kunnen zetten waarmee hij als het ware op de reservebank aanschuift tussen tweedekeus spelers als de Dodge Caliber en Seat Leon.

Dus, is Lancia terug? Die vraag kunnen we misschien beoordelen als we kennis hebben kunnen maken met de opvolger van de Ypsilon, het belangrijkste model. De Delta zal wel verdere aftakeling van het merk voorkomen maar dat is te weinig om van herstel te kunnen spreken. Laat staan van succes.