Het eerste kwartaal van 2008 laat dan ook dramatische resultaten zien. Bij General Motors gingen de Amerikaanse verkopen met bijna negentien procent omlaag, Toyota verkocht ruim tien procent minder auto’s, bij Ford kwam de daling uit op dik veertien procent waarbij de populaire F-Serie pick-up’s zelfs met een kwart inzakten. Bij een kleiner modellenmerk als Honda bleef de terugloop beperkt tot drie procent.

Geen suv of pick-up meer
Wat alle fabrikanten duidelijk merken, is dat de Amerikaan nu eindelijk echt de suv, pick-up truck of andere grote modellen in de showroom laat staan. Ford schat dat in het eerste kwartaal één op de vijf verkochte auto’s een klein model was tegen één op de zeven of zelfs acht in 2005. In maart gingen de verkopen van de Focus met 36 procent omhoog terwijl aan de andere kant van de Lincoln en Mercury veertien procent minder werd verkocht. Toyota meldt dat ook de Yaris de showrooms uit vliegt maar dat Lexus een terugloop met bijna twaalf procent noteerde. Chrysler zag de totale verkopen met vijftien procent teruglopen terwijl het aantal verkochte Jeeps Commander nagenoeg halveerde. Aan de andere kant slaan de hybride modellen steeds beter aan. Zo meldt Toyota in maart bijna zevenduizend Camry’s Hybrid te hebben verkocht, een toename met 45procent, terwijl de verkopen van de al langer populaire Prius met nog eens zestien procent omhoog gingen.

Dieptepunt voorbij
Waar ze het vandaan halen, is volstrekt onduidelijk maar de bazen van de grote Amerikaanse merken blijven optimistisch. Mike DiGiovanni, hoofd verkoopanalyse bij GM, denkt dat met dit slechte eerste kwartaal het dieptepunt wel voorbij is. Hij hoopt dat de enorme bedragen die de Amerikaanse regering in de economie pompt hun vruchten zullen afwerpen. Ook directeur marketing en communicatie Jim Farley van Ford kijkt vooral naar de positieve kanten: ‘’Onze verkopen laten zien dat de klanten die tot nu toe niet eens naar onze auto’s keken nu warm beginnen te lopen voor Ford. Dat toont aan dat er meer in het verschiet ligt.”

Korte duur
Ook voor de Europese merken die zwaar op de Amerikaanse markt leunen is de teruggang te merken. Zo zag BMW de verkopen in de VS in het eerste kwartaal met 9,2procent inzakken. Ook Daimler liet de markt weten dat het minder auto’s in de VS denkt af te zetten. ‘’De gevolgen van de crisis op de financiële markten beginnen nu door te sijpelen naar de echte economie,” denkt topman Dieter Zetsche. Daarbij komt dat Europese fabrikanten als Daimler, BMW en Volkswagen ook nog tientallen miljoenen verlies lijden door de hoge koers van de euro tegenover de dollar. En de pijn zal voorlopig nog wel even duren. Het bekende ‘ratingsbureau’ Standard & Poor’s berekent dat de Amerikaanse autoverkopen dit jaar hooguit op 14,9 miljoen uitkomen, vergeleken bij 16,1 miljoen in het afgelopen jaar. Standard & Poor is optimistisch dat het allemaal van korte duur zal zijn en dat de automarkt volgend jaar alweer naar 16,5 miljoen stuks kan aantrekken. We shall see.

Lamborghini niet aan te slepen
Bij alle werkelijke of dreigende economische malaise in de wereld is het goed te bedenken dat er in sommige kringen nog altijd geld zat is. Dat blijkt wel uit de overtuigende cijfers van Lamborghini, het dure sportzusje in de VW-stal. Het Italiaanse supermerk leverde vorig jaar 2,4 duizend auto’s af, twintig procent meer dan in 2006 toen voor het eerst meer dan tweeduizend Lamborghini’s een koper vonden. Die auto’s zijn ook een stuk duurder geworden, want de omzet ging met 35 procent omhoog naar 467 miljoen euro. Nog overtuigender is de winst: die schoot met maar liefst 160 procent omhoog naar een record van 47 miljoen euro. Lamborghini doet het zo goed omdat de Italianen er uitstekend in slagen de welvaart in de wereld te volgen. Het aantal dealerschappen is afgelopen jaar met tien verhoogd naar 107, waarbij de nieuwe verkooppunten vooral in de opkomende Aziatische landen en in het Midden-Oosten zijn gevestigd. De geografische spreiding van de verkopen tonen aan dat dat succes heeft: rijke Amerikanen kochten vorig jaar exact 1.001 Lamborghini’s, Europeanen kwamen op 959 stuks terwijl in de rest van de wereld de verkopen met bijna eenvijfde omhoog gingen naar 446 eenheden. Topman Stephan Winkelmann vat het succes als volgt samen: ‘’Onze onophoudelijke concentratie op verhoging van de marktwaarde, aantrekkelijkheid voor de klanten en een wereldwijde aanwezigheid van de  onderneming begint zijn vruchten af te werpen.”