Ondernemers in de industrie waren in april minder somber gestemd dan in maart 2010. Het producentenvertrouwen steeg van -3,1 naar -1,4 en dat is de hoogste waarde in anderhalf jaar tijd. Met name over de verwachte productie in de komende drie maanden waren de ondernemers optimistischer. April was de vierde maand op rij waarin het vertrouwen van de ondernemers in de industrie toenam. Over de verwachte productie in de komende drie maanden waren de ondernemers zelfs veel optimistischer dan in maart. Ook het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde maar in veel mindere mate. Het oordeel over de orderpositie veranderde nauwelijks.

Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers iets minder pessimistisch dan in maart. Wel was het aantal ondernemers dat verwacht dat de personeelssterkte in de komende drie maanden zal afnemen nog steeds veel groter dan het aantal dat een toename voorziet. Onvoldoende vraag werd door veel minder ondernemers genoemd als een productiebelemmering dan een kwartaal eerder. In april was dertig procent van mening dat de productie door een tekortschietende vraag werd belemmerd, tegen 41 procent in januari. De ondernemers waren in april veel optimistischer over de toekomstige afzet in het buitenland dan een kwartaal eerder. Het aantal ondernemers dat verwacht dat de buitenlandse afzet in de komende drie maanden zal toenemen was veel groter dan het aantal dat een afname voorziet.

Consument juist veel somberder
De stemming onder consumenten verslechterde in april. De indicator van het consumentenvertrouwen kwam uit op -15, tegen -12 in maart. Het vertrouwen in de toekomst liep sterk terug. Het oordeel over het economisch klimaat in de komende twaalf maanden verslechterde met 13 punten, dat over de eigen financiële situatie in de komende twaalf maanden met 10 punten. De koopbereidheid was in april 5 punten lager dan in maart. Consumenten oordeelden niet alleen pessimistischer over hun eigen financiële situatie in de komende twaalf maanden, ze vonden de tijd ook minder gunstig voor het doen van grote aankopen. Hun kijk op de eigen financiële situatie in de afgelopen twaalf maanden veranderde weinig.

Het oordeel over het economisch klimaat was vrijwel gelijk aan dat in maart. De kijk op de economische situatie in de komende twaalf maanden was weliswaar veel negatiever dan een maand eerder, maar hier stond een sterke verbetering van het oordeel over de economie in de afgelopen 12 maanden tegenover.

Inflatie stijgt naar 1,1 procent
De inflatie in april 2010 steeg naar 1,1 procent. Dat is 0,1 procentpunt hoger dan in maart. De stijging van de inflatie komt vooral door duurdere vliegreizen. Een vliegticket was in april gemiddeld 12,6 procent duurder dan een jaar eerder. Hogere groenteprijzen en verblijfskosten in het buitenland droegen ook bij aan de toename van de inflatie.

De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) daalde naar 0,6 procent. Volgens de raming van Eurostat steeg de inflatie van de eurozone in april naar anderhalf procent. De inflatie van de eurozone is nu ruim twee keer zo hoog als die van Nederland. Dit komt vooral doordat de stijgende olieprijs in de meeste landen van de eurozone sneller doorwerkt dan in Nederland. In Nederland worden aanpassingen van gas- en elektriciteitsprijzen grotendeels doorgevoerd in de maanden januari en juli.

 Download Carmonitor mei 2010: economie.