In de Europese Unie zijn vorig jaar minder auto’s verkocht dan een jaar eerder. In totaal werden er inclusief Efta-landen ruim 13.780.000 personenauto’s op naam gezet, een daling van 4,9 procent ten opzichte van 2009. Dat blijkt uit gepubliceerde cijfers van de Europese organisatie van autofabrikanten ACEA.
In december daalden de verkopen met 3,2 procent ten opzichte van de- zelfde maand in 2009 tot net iets meer dan 1 miljoen voertuigen. Vorig jaar kreeg onder meer de Duitse automarkt flinke klappen. Daar werden ruim 23 procent minder auto’s verkocht dan in 2009, als gevolg van het schrappen van de sloopregeling. Griekenland spande de kroon met een daling van bijna 36 procent.
De hoogste groei kwam op naam van Ierland. De autoverkopen stegen met bijna 55 procent. In 2009 had de Ierse automarkt het nog zwaar te verduren. De verkopen daalden toen met ruim 62 procent. Ook de autoverkoop in Portugal (+39%), Zweden (+36%) en Denemarken (+35%) ging er flink op vooruit.
In lijn met het Duitse marktdrama hadden ook de Duitse fabrikanten behoorlijk te kampen met vraagterugval. Zowel Volkswagen-groep (-4,2%), als GM (-7,3%) en Ford-groep (-13,3%) kregen een tik mee van de malaise op de thuismarkt. Verkoopwinst was slechts voorbehouden aan een kleine groep fabrikanten, waarvan Volvo Car Corportaion door de recente afsplitsing van de Ford-groep welhaast het meest opmerkelijk was: +12,6 procent. Andere stijgers waren Renault/Dacia (+4,6%), Hyundai/Kia (+4,6%), BMW- groep (+6,0%) en Nissan (+9,7%). Volkswagen blijft ook als merk het best verkocht in Europa (marktaandeel 11,2%), gevolgd door Renault (8,3%) en Ford (8,0%).