De inflatie in Nederland is in oktober gelijk gebleven. Net als in september waren de prijzen voor consumenten gemiddeld 1,6 procent hoger dan een jaar eerder. In het eerste halfjaar van 2010 schommelde de inflatie rond 0,9 procent. Na een stijging in juli is de inflatie vrij stabiel. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De prijzen van onder andere autobrandstoffen, gas, sigaretten en shag zijn meer gestegen dan de gemiddelde prijsstijging van 1,6 procent. De prijsstijging van voeding was gemiddeld iets lager dan de inflatie. De prijzen van vliegtickets, televisies, audio- en videoapparatuur en elektriciteit zijn lager dan in oktober vorig jaar. Volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) bleef de inflatie in Nederland 1,4 procent. De inflatie in de eurozone steeg volgens Eurostat in oktober licht naar 1,9 procent. Oktober is de elfde maand op rij waarin de inflatie in Nederland lager is dan in de eurozone.

Consument minder somber De stemming onder consumenten is in oktober verbeterd. Het consumentenvertrouwen kwam uit op -10, tegen -14 in september. Daarmee bereikte de vertrouwensindicator het hoogste niveau sinds januari. De koopbereidheid nam toe. De consumenten waren vooral veel minder pessimistisch over hun eigen financiële situatie in de komende 12 maanden. Deze indicator verbeterde met 5 punten en kwam uit op -4. Ook vonden de consumenten de tijd minder ongunstig voor het doen van grote aankopen dan een maand eerder. Dit onderdeel van het consumentenvertrouwen verbeterde van -13 naar -9. Het oordeel over de financiële situatie in de afgelopen 12 maanden bleef onveranderd. De consumenten waren veel minder somber over het economisch klimaat. Vooral het oordeel over de economische situatie in de afgelopen twaalf maanden verbeterde fors. Het oordeel over de komende 12 maanden verbeterde ook, maar in mindere mate.
Stemming industrieondernemers iets verbeterd Het producentenvertrouwen is in oktober licht gestegen. De indicator kwam uit op 0,5, tegen -0,1 in september. De positieve en negatieve antwoorden hielden elkaar, net als de afgelopen maanden, in evenwicht. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De stemming over de toekomstige productie was iets minder optimistisch dan in september. Toch was het aantal ondernemers dat verwachtte dat de productie zal toenemen nog beduidend groter dan het aantal dat een afname voorzag. Het oordeel over de voorraden verbeterde enigszins. Het oordeel over de orderpositie was iets minder negatief. De ondernemers zagen de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden iets toenemen. Het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsomvang uit te breiden in de komende drie maanden was iets kleiner dan het aantal dat een krimp verwachtte.
Te lage bezettingDe concurrentiepositie is volgens de ondernemers in het derde kwartaal op de Nederlandse markt licht verbeterd en op de buitenlandse markt ongewijzigd. Over de toekomstige buitenlandse afzet waren de ondernemers even optimistisch als een kwartaal eerder. Onvoldoende vraag werd nog steeds door een kwart van de ondernemers genoemd als een productiebelemmering. De bezettingsgraad steeg van 80,2 procent in juli naar 80,6 procent in oktober. Desondanks was de bezettingsgraad nog steeds laag. Afgelopen 20 jaar benutte de industrie steeds tussen de 80 en 87 procent van haar productiecapaciteit. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit als te groot voor de verwachte afzet beoordeelde, was kleiner dan een kwartaal eerder.
Dienstverleners optimistisch Het aantal ondernemers in de zakelijke dienstverlening dat verwacht dat de omzet in de komende drie maanden zal toenemen was in oktober ruimschoots groter dan het aantal dat een afname voorzag. Het saldo kwam uit op +34. Daarmee waren de ondernemers voor de tweede maand op rij optimistisch over de toekomstige omzet. Over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche en het algemeen economisch klimaat waren de zakelijke dienstvereners eveneens positief. Wel gaf 40 procent van de dienstverleners aan dat onvoldoende vraag hun zakelijke activiteiten belemmert.
In nagenoeg alle branches rekenden meer ondernemers op een toename van hun omzet dan op een krimp, alleen door de schoonmaakbranche wordt een omzetdaling verwacht. De uitzendbranche is met een saldo van +75 het meest optimistisch. Het oordeel over het economisch klimaat is in deze branche eveneens zeer positief.