Efficiencyslag in ICT breekt door met standaard datasets

Op het gebied van ICT voor de automotive is er jaarlijks een flinke toename van koppelingen door de lancering van nieuwe applicaties. Volgens Clemens van Dorp, directeur van CustomerConnect, komen die meestal te laat en werken ze niet altijd goed.

Efficiencyslag in ICT breekt door met standaard datasets

Sinds 1982 houdt CustomerConnect zich bezig met dealer-automatisering. Voorbeelden daarvan zijn de frontoffice-applicaties, die op een beperkt aantal datasets werken, zoals klanten/prospects, auto’s, leads, werkorders, pdf’s van offertes en facturen etc. Het probleem is daarbij dat de meest actuele data in het backoffice-systeem zit. "Nieuwe applicaties zijn meestal afkomstig van eilandleveranciers van buiten de DMS-branche", aldus Clemens van Dorp. "Die hebben dus te maken met ongeveer 15 DMS-/GMS-systemen waarmee ze moeten koppelen. Helaas is de ‘time-to-market’ van de betreffende koppelingen vaak lang, waardoor de voorsprong verloren gaat."

Standaard bepalen

Geen wonder ook, want stel dat er 15 DMS-systemen zijn en 10 eilandleveranciers voor frontoffice-systemen, dan zijn er per eilandapplicatie maar liefst 150 koppelingen nodig. "Door een standaard te bepalen per dataset breng je dat aantal terug tot 15 plus 10 = 25, wat een efficiencywinst van ruim 80 procent oplevert", aldus Van Dorp. Weliswaar is het INDI-platform er al, maar dat bedient alleen het merkkanaal en daarbinnen beperkt het zich volgens Van Dorp tot ongeveer 60 procent van alle automerken. Een tweede beperking is die van opschoning van bekende N.A.W.-gegevens en info over kentekens die volgens het RDW een andere eigenaar hebben gevonden. "Het CC-Platform bedient alle autobedrijven, maar daarnaast ook derden zoals leveranciers van onderdelen, van VHC-systemen, garageformules en occasionportals", legt hij uit. "Ook heeft het een veel groter bereik. Het omvat onder meer leadsverzameling vanuit talloze applicaties en front-office applicaties van onszelf en van derden maken rechtstreeks gebruik van deze uniforme database."

Wijzigingen volledig afgedekt
Wat dat betreft is het volgens Van Dorp bemoedigend dat inmiddels twee DMS-systemen in Nederland INDI-gecertificeerd zijn via tussenkomst van CC-Platform. "Deze DMS- leveranciers hebben dus geen omkijken naar wijzigingen in het INDI-systeem want die worden in de communicatie tussen het INDI- en het CC-Platform volledig afgedekt", stelt hij. "Door hun adoptie van CC-Platform wordt het DMS sowieso geactualiseerd en worden mutaties op de werkvloer vanuit het DMS automatisch binnen CC-Platform verwerkt en waar dit aan de orde is ook binnen INDI. CC-Platform communiceert daarnaast real-time met het DMS." Nieuwe eilandleveranciers zullen zich daardoor primair richten op prospects waarvan het DMS-/GMS gecertificeerd is als partner voor CC-Platform. "Zij hoeven dan immers slechts de koppeling met het CC-Platform te ondersteunen. Daarmee optimaliseren zij het bereik. Van Dorp: "Van de 13 beschikbare GMS-systemen bepaalt de top-4 op dit moment het bereik van 60 procent van alle garagebedrijven. Daarmee stellen deze GMS-leveranciers hun klanten nu al in staat om de innovatieve applicaties van derden te gebruiken."

Klanten verliezen
Volgens Van Dorp zullen trage GMS-leveranciers klanten kunnen verliezen aan GMS-leveranciers die wel CC-Platform ondersteunen. "Gezien vanuit de innovatieve eilandleverancier ontsluit CC-Platform nu reeds 63 procent van alle garagebedrijven. In ruil voor één enkele interface." Volgens hem is het dan ook niet zo dat het INDI- en het CC-platform in elkaars vaarwater zitten. "INDI is voor het merkkanaal, dat is al een belangrijk verschil", zegt hij. "Ook is het goed om concurrentie te hebben, dat bevordert innovatie en het houdt het verdienmodel scherp. Maar het allerbelangrijkste is wellicht dat een autobedrijf dankzij het CC-platform gewoon kan blijven werken met zijn DMS of GMS en dat naar eigen inzichten kan combineren met de gewenste frontoffice-applicaties."

Efficiencyslag in ICT breekt door met standaard datasets - Automobielmanagement.nl

Efficiencyslag in ICT breekt door met standaard datasets

Op het gebied van ICT voor de automotive is er jaarlijks een flinke toename van koppelingen door de lancering van nieuwe applicaties. Volgens Clemens van Dorp, directeur van CustomerConnect, komen die meestal te laat en werken ze niet altijd goed.

Efficiencyslag in ICT breekt door met standaard datasets

Sinds 1982 houdt CustomerConnect zich bezig met dealer-automatisering. Voorbeelden daarvan zijn de frontoffice-applicaties, die op een beperkt aantal datasets werken, zoals klanten/prospects, auto’s, leads, werkorders, pdf’s van offertes en facturen etc. Het probleem is daarbij dat de meest actuele data in het backoffice-systeem zit. "Nieuwe applicaties zijn meestal afkomstig van eilandleveranciers van buiten de DMS-branche", aldus Clemens van Dorp. "Die hebben dus te maken met ongeveer 15 DMS-/GMS-systemen waarmee ze moeten koppelen. Helaas is de ‘time-to-market’ van de betreffende koppelingen vaak lang, waardoor de voorsprong verloren gaat."

Standaard bepalen

Geen wonder ook, want stel dat er 15 DMS-systemen zijn en 10 eilandleveranciers voor frontoffice-systemen, dan zijn er per eilandapplicatie maar liefst 150 koppelingen nodig. "Door een standaard te bepalen per dataset breng je dat aantal terug tot 15 plus 10 = 25, wat een efficiencywinst van ruim 80 procent oplevert", aldus Van Dorp. Weliswaar is het INDI-platform er al, maar dat bedient alleen het merkkanaal en daarbinnen beperkt het zich volgens Van Dorp tot ongeveer 60 procent van alle automerken. Een tweede beperking is die van opschoning van bekende N.A.W.-gegevens en info over kentekens die volgens het RDW een andere eigenaar hebben gevonden. "Het CC-Platform bedient alle autobedrijven, maar daarnaast ook derden zoals leveranciers van onderdelen, van VHC-systemen, garageformules en occasionportals", legt hij uit. "Ook heeft het een veel groter bereik. Het omvat onder meer leadsverzameling vanuit talloze applicaties en front-office applicaties van onszelf en van derden maken rechtstreeks gebruik van deze uniforme database."

Wijzigingen volledig afgedekt
Wat dat betreft is het volgens Van Dorp bemoedigend dat inmiddels twee DMS-systemen in Nederland INDI-gecertificeerd zijn via tussenkomst van CC-Platform. "Deze DMS- leveranciers hebben dus geen omkijken naar wijzigingen in het INDI-systeem want die worden in de communicatie tussen het INDI- en het CC-Platform volledig afgedekt", stelt hij. "Door hun adoptie van CC-Platform wordt het DMS sowieso geactualiseerd en worden mutaties op de werkvloer vanuit het DMS automatisch binnen CC-Platform verwerkt en waar dit aan de orde is ook binnen INDI. CC-Platform communiceert daarnaast real-time met het DMS." Nieuwe eilandleveranciers zullen zich daardoor primair richten op prospects waarvan het DMS-/GMS gecertificeerd is als partner voor CC-Platform. "Zij hoeven dan immers slechts de koppeling met het CC-Platform te ondersteunen. Daarmee optimaliseren zij het bereik. Van Dorp: "Van de 13 beschikbare GMS-systemen bepaalt de top-4 op dit moment het bereik van 60 procent van alle garagebedrijven. Daarmee stellen deze GMS-leveranciers hun klanten nu al in staat om de innovatieve applicaties van derden te gebruiken."

Klanten verliezen
Volgens Van Dorp zullen trage GMS-leveranciers klanten kunnen verliezen aan GMS-leveranciers die wel CC-Platform ondersteunen. "Gezien vanuit de innovatieve eilandleverancier ontsluit CC-Platform nu reeds 63 procent van alle garagebedrijven. In ruil voor één enkele interface." Volgens hem is het dan ook niet zo dat het INDI- en het CC-platform in elkaars vaarwater zitten. "INDI is voor het merkkanaal, dat is al een belangrijk verschil", zegt hij. "Ook is het goed om concurrentie te hebben, dat bevordert innovatie en het houdt het verdienmodel scherp. Maar het allerbelangrijkste is wellicht dat een autobedrijf dankzij het CC-platform gewoon kan blijven werken met zijn DMS of GMS en dat naar eigen inzichten kan combineren met de gewenste frontoffice-applicaties."