Dat blijkt uit een steekproef door het Bovag-stafbureau. Aanleiding voor de peiling zijn de komende CAO-onderhandelingen. In de praktijk toucheren werknemers regelmatig bruto tien tot twintig procent per maand meer dan de officiële, collectief overeengekomen norm. De uitgave Dealer Business geeft drie voorbeelden. Als tweede autotechnicus zou 1689 euro het maximum moeten zijn; de praktijk echter schommelt tussen de 1850 en 1975 euro; Een eerste autotechnicus ontvangt 2120 tot 2340 euro, meer dan het CAO-maximum van 2057 euro; Een receptionist ziet vaak tussen de 2410 en 2530 euro bijgeschreven worden, terwijl de CAO een grens trekt bij 2057 euro. Gebrek aan personeel en het minimumkarakter van de CAO leiden volgens het Bovag-stafbureau tot de scheve verhouding. Hoewel de verleiding groot is om bij gebrek aan de juiste mensen het salaris als lokmiddel te hanteren, is die aanpak ook riskant, vindt het stafbureau. “Structureel ver boven de markt belonen leidt uiteindelijk tot problemen in de concurrentiepositie van het bedrijf.” Overigens zijn de salarissen van autoverkopers niet langs de meetlat gelegd, omdat voor deze categorie personeel allerlei manieren bestaan (waaronder bonussen) om hen te belonen.