De auto is ná aanschaf soms duurder, stelt ANWB. Die spreekt zelfs van misleidende reclame en deed vrijdag een oproep aan importeurs, dealerorganisaties en universele autobedrijven om orde op zaken te stellen.   Volgens ANWB wijkt de geadverteerde verkoopprijs van een auto sterk af van de uiteindelijke kosten die betaald moeten worden bij aanschaf. Bij stadsauto’s gaat het soms om 479 euro verschil. “Voorkomen moet worden dat vanafprijzen als lokkertje gebruikt worden en de consument daarna met extra kosten wordt geconfronteerd”, aldus de wielrijdersbond. Die ziet liever in advertenties een totaalprijs voor een volledig gebruiksklare auto.   Bovag erkent dat sommige accessoires soms niet in de prijs van een auto worden meegerekend, terwijl die er wel onlosmakelijk mee verbonden zijn. “Dat wordt dan gedaan om de bpm over de aanschafprijs te ontwijken en daar profiteert de consument dus alleen maar van.”   ANWB vindt dat het rijklaar maken, de verwijderingsbijdrage, een volle tank brandstof en de leges voor het overschrijven van het kenteken onvermijdelijke kosten zijn die moeten worden meegenomen in de totaalprijs die in advertenties wordt gecommuniceerd. Onzin, reageert Paul de Waal van de Bovag in het AD. “Je kunt autodealers niet dwingen een volle tank mee te geven. Dan heb je het over een cadeau van honderd euro en dat is nogal wat.” ANWB moet weten dat autoprijzen altijd adviesprijzen zijn, meent De Waal. “En de consument weet heus wel dat hij altijd in de showroom kan onderhandelen over de prijs.”   Volgens de ANWB wordt ook geadverteerd met auto’s die nauwelijks leverbaar zijn: “Een gedragscode zoals die bestaat in de reisbranche zou als voorbeeld kunnen dienen om dergelijke praktijken aan banden te leggen.”