Het is daarom goed dat het kabinet dit grote maatschappelijke probleem aanpakt. Dat gebeurt met het Techniekpact. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: "We moeten nú actie ondernemen. Als door een tekort aan technici de maakindustrie uit ons land verdwijnt, verdwijnt daarmee de welvaart uit ons land. Dat mogen we niet laten gebeuren."

Samen met bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheid geeft FME op dit moment invulling aan het Techniekpact. Dezentjé: "De sleutel voor dit vernieuwende partnerschap ligt bij samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs. Daarnaast moeten onderwijsinstellingen de kans en het geld krijgen om aan te sluiten bij de praktijk van de arbeidsmarkt. Dan denk ik aan het in de klas halen van gastdocenten uit bedrijven, de school openstellen voor bijscholing van technici uit de bedrijven en gemeenschappelijk gebruik van up-to-date apparatuur."

Dezentjé: "Als we niets doen, verdwijnen bedrijven uit de technologische industrie uit ons land. De technologische industrie biedt werk aan bijna een half miljoen mensen. Daar komt nog een veelvoud aan indirecte banen bij. De sector heeft een omzet van € 87 miljard, nog los van economische spin-off. Als de technologische industrie uit Nederland verdwijnt, is het gedaan met onze kenniseconomie en verdwijnt de welvaart. En dan laat ik nog buiten beschouwing dat juist deze industrie keihard nodig is om oplossingen te blijven vinden voor grote vraagstukken op het gebied van klimaat, zorg, mobiliteit en veiligheid."

De afgelopen periode heeft FME diverse voorstellen gedaan om het tekort aan technici te verkleinen, zoals meer geld beschikbaar stellen voor arbeidsmarktrelevante opleidingen dan voor opleidingen die minder kansen bieden op de arbeidsmarkt, het verhogen van de bekostigingsfactor voor het techniekonderwijs en het wegnemen van belemmeringen in de personele uitwisseling tussen scholen en bedrijven. Deze oplossingen worden door FME ingebracht in het Techniekpact.