Opmerkelijk is dat een deel van de sector het nog steeds zwaar heeft. Een derde verwacht een daling van de omzet, terwijl 45% op een omzetstijging rekent. Waar sprake is van groei, komt deze vooral uit de export. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: "Export is nog steeds de reddingsboei voor de economie. Er is zicht op economisch herstel, maar dat herstel is broos. Consistent langjarig industriebeleid is daarom cruciaal."  

Groei door export

De ondernemers die hebben deelgenomen aan de FME-conjunctuurenquête verwachten dat het herstel van dit jaar vooral in het buitenland zal worden behaald. De technologische industrie is bij uitstek internationaal georiënteerd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 50% van de ondernemers aangeeft dat het kabinet moet investeren in economische diplomatie.

Dezentjé: "Het is de taak van de overheid zich hard te maken voor een eerlijk speelveld, zodat Nederland internationaal kan blijven concurreren. Exportfinanciering blijft ook een knelpunt, bijvoorbeeld voor de scheepsbouw. Zo zou het kabinet er goed aan doen een tandje bij te zetten op het gebied van exportkredietverzekeringen."

Innovatie blijft speerpunt

Maar liefst 70% van de ondernemers geeft aan dat investeren in onderzoek en innovatie cruciaal is voor economisch herstel. Dat betekent dat moet worden vastgehouden aan een stevig fiscaal instrumentarium dat R&D stimuleert (WBSO, RDA, Innovatiebox). Dezentjé: "Het bedenken, ontwikkelen en maken van nieuwe of verbeterde producten en betere manieren van werken is nodig om te kunnen overleven. De producten die de technologische industrie maakt worden wereldwijd verkocht en de concurrenten bevinden zich overal ter wereld. Wij moeten sneller innoveren dan de concurrenten kunnen kopiëren. Dat kan alleen als de overheid dit mogelijk maakt met consistent beleid."

Tekort technici

Meer dan de helft van de ondernemers geeft aan dat het tekort aan technici een groeibelemmering is voor hun bedrijf. Een positieve ontwikkeling in deze is de toename van het aantal techniekstudenten bij de drie technische universiteiten. Dezentjé: "De collegezalen voor werktuigbouwkunde in Delft zitten zelfs zó overvol, dat de universiteit nu al aankondigt voor volgend jaar genoodzaakt te zijn een numerus fixus in te voeren. Dat vind ik van de zotte. Die toename van het aantal inschrijvingen heeft zeker te maken met het doorgedrongen besef dat technische studies een goede baan opleveren. De overheid weet ook dat we veel meer technici nodig hebben om de verdienkracht in dit land te behouden. Nu we eindelijk bereikt hebben dat er meer bèta-technische studenten komen, moeten we die koesteren. Er moet toch een oplossing kunnen worden gevonden voor het probleem van overvolle collegezalen? Bovendien: consistent industriebeleid vraagt ook om consistent beleid voor technisch onderwijs."