Klimaatakkoord (I): benzine-auto wordt gespaard en EV gaat op de handrem

In het Klimaatakkoord waarmee het kabinet vlak voor het weekend naar buiten kwam wordt de benzine-auto en feitelijk ook de diesel gespaard terwijl elektrische auto’s ondanks alle hype op de handrem gaan. Rekeningrijden staat wel op de agenda maar dan pas op z’n vroegst in 2026.

Klimaatakkoord I: benzine-auto wordt gespaard en EV gaat op de handrem

“We hebben 31 jaar de tijd. Je hoeft echt niet allemaal morgen naar de Gamma en als je je benzine-autotootje wilt blijven rijden moet je dat kunnen doen. We belasten niemand zijn auto uit,’’ zei vice-premier Hugo de Jonge bij de presentatie van de plannen. Hij voegde daar nog wel aan toe ‘dat elektrisch het nieuwe normaal wordt’ maar Den Haag ziet kennelijk weinig reden dat dan ook daadwerkelijk te steunen. “In het pakket aan maatregelen blijven de vaste lasten op het bezit van een auto op fossiele brandstoffen ongewijzigd, zodat de stimulering van elektrische auto’s niet ten koste gaat van de huishoudportemonnee van mensen die zich nog geen elektrische auto kunnen veroorloven,” schrijft minister Eric Wiebes van EZ in een lange Kamerbrief.

Mobiliteit speelt in de kabinetsplannen een hoofdrol. Transport veroorzaakt immers een kwart van de CO2-uitstoot. “Mensen willen veilig, snel en gemakkelijk van deur-tot-deur kunnen reizen. Bedrijven willen dat hun goederen snel en betrouwbaar op de plaats van bestemming komen. Dàt verandert niet, wel de manier waarop. Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Denk daarbij aan waterstof- en elektrische auto’s, ook voor vrachtverkeer of bussen. Deze auto’s stoten bij het rijden geen broeikasgassen uit, houden onze lucht schoon en brengen minder geluidsoverlast met zich mee. En de randvoorwaarden moeten op orde zijn: het laden van je elektrische auto moet even makkelijk zijn als opladen van je mobiele telefoon. Dat geldt ook voor waterstof,” aldus Wiebes.

De minister vervolgt: “We maken onomkeerbaar de overstap naar emissieloos rijden. Komende jaren komen er steeds meer aantrekkelijke auto’s op de markt, en met name in de tweede helft van het komende decennium verwacht het kabinet een versnelling, door dalende batterij-prijzen, stijgend aanbod van waterstof, en meer concurrentie.” Om de ontwikkeling van een tweedehandsmarkt voor de elektrische auto voor particulieren op gang te brengen, zal het kabinet een regeling uitwerken voor het vergoeden van laadtegoed, aanschafsubsidie of een batterijgarantie. “Hiermee komt een tweedehands elektrische auto sneller in beeld voor particulieren”.

Maar de concrete maatregelen lijken die fraaie woorden niet te onderschrijven. De bijtelling op een zakelijke EV gaat immers volgend jaar al van 4 naar 8 procent om vervolgens stapsgewijs door te stijgen naar 16 procent. Bovendien wordt het plafond voor die bijtelling verlaagd naar 40.000 euro in 2021. In 2026 geldt dan dezelfde bijtelling als voor een auto met een verbrandingsmotor ‘om oversubsidiëring te voorkomen’. Verder blijft een EV tot 2024 gevrijwaard van aanschafbelasting maar wordt die over 2024 wel ingevoerd, met voorshands een bedrag van 360 euro. “Aan de andere kant krijgen particulieren meer ondersteuning bij de aankoop van een elektrische auto, zowel nieuw als tweedehands zonder dat hiervoor de vaste lasten stijgen van mensen die de overstap nog niet kunnen maken,” verwoordt de minister.

Hij wil verder met het bedrijfsleven afspraken maken over het meer gebruiken van de fiets of het OV maar ook met deelauto’s in het woonwerkverkeer. Wat de ‘traditionele’ auto betreft gaat de accijns op diesel in 2021 omhoog maar met niet meer dan één cent, twee jaar later gevolgd door nog eens een cent. De eerder gedachte accijnsverhoging op benzine vindt het kabinet helemaal niet nodig of wenselijk. Het kabinet probeert bij verbrandingsmotoren wel in te zetten op minder uitstoot door innovatieve biobrandstoffen, hoewel die dan weer niet mogen komen van gewassen die ook voor onze eigen voeding of veevoer gebruikt kunnen worden. Verder gaat in het hoofdstuk mobiliteit ook de wegenbelasting voor bestelbussen omhoog, in 2021 met 24 euro per jaar – twee euro per maand dus – oplopend tot 96 euro per jaar in 2024. En tenslotte komt er een onderzoek naar de invoering van rekeningrijden, gedacht wordt aan 2026, waarbij drie varianten op tafel komen. Eén daarvan is alleen een rekening voor elektrische auto’s die immers niet via de accijns op autobrandstof een bijdrage leveren aan de schatkist. Maar dat rekeningrijden is dus voorlopig niet meer dan een onderzoek.

Klimaatakkoord (I): benzine-auto wordt gespaard en EV gaat op de handrem - Automobielmanagement.nl

Klimaatakkoord (I): benzine-auto wordt gespaard en EV gaat op de handrem

In het Klimaatakkoord waarmee het kabinet vlak voor het weekend naar buiten kwam wordt de benzine-auto en feitelijk ook de diesel gespaard terwijl elektrische auto’s ondanks alle hype op de handrem gaan. Rekeningrijden staat wel op de agenda maar dan pas op z’n vroegst in 2026.

Klimaatakkoord I: benzine-auto wordt gespaard en EV gaat op de handrem

“We hebben 31 jaar de tijd. Je hoeft echt niet allemaal morgen naar de Gamma en als je je benzine-autotootje wilt blijven rijden moet je dat kunnen doen. We belasten niemand zijn auto uit,’’ zei vice-premier Hugo de Jonge bij de presentatie van de plannen. Hij voegde daar nog wel aan toe ‘dat elektrisch het nieuwe normaal wordt’ maar Den Haag ziet kennelijk weinig reden dat dan ook daadwerkelijk te steunen. “In het pakket aan maatregelen blijven de vaste lasten op het bezit van een auto op fossiele brandstoffen ongewijzigd, zodat de stimulering van elektrische auto’s niet ten koste gaat van de huishoudportemonnee van mensen die zich nog geen elektrische auto kunnen veroorloven,” schrijft minister Eric Wiebes van EZ in een lange Kamerbrief.

Mobiliteit speelt in de kabinetsplannen een hoofdrol. Transport veroorzaakt immers een kwart van de CO2-uitstoot. “Mensen willen veilig, snel en gemakkelijk van deur-tot-deur kunnen reizen. Bedrijven willen dat hun goederen snel en betrouwbaar op de plaats van bestemming komen. Dàt verandert niet, wel de manier waarop. Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Denk daarbij aan waterstof- en elektrische auto’s, ook voor vrachtverkeer of bussen. Deze auto’s stoten bij het rijden geen broeikasgassen uit, houden onze lucht schoon en brengen minder geluidsoverlast met zich mee. En de randvoorwaarden moeten op orde zijn: het laden van je elektrische auto moet even makkelijk zijn als opladen van je mobiele telefoon. Dat geldt ook voor waterstof,” aldus Wiebes.

De minister vervolgt: “We maken onomkeerbaar de overstap naar emissieloos rijden. Komende jaren komen er steeds meer aantrekkelijke auto’s op de markt, en met name in de tweede helft van het komende decennium verwacht het kabinet een versnelling, door dalende batterij-prijzen, stijgend aanbod van waterstof, en meer concurrentie.” Om de ontwikkeling van een tweedehandsmarkt voor de elektrische auto voor particulieren op gang te brengen, zal het kabinet een regeling uitwerken voor het vergoeden van laadtegoed, aanschafsubsidie of een batterijgarantie. “Hiermee komt een tweedehands elektrische auto sneller in beeld voor particulieren”.

Maar de concrete maatregelen lijken die fraaie woorden niet te onderschrijven. De bijtelling op een zakelijke EV gaat immers volgend jaar al van 4 naar 8 procent om vervolgens stapsgewijs door te stijgen naar 16 procent. Bovendien wordt het plafond voor die bijtelling verlaagd naar 40.000 euro in 2021. In 2026 geldt dan dezelfde bijtelling als voor een auto met een verbrandingsmotor ‘om oversubsidiëring te voorkomen’. Verder blijft een EV tot 2024 gevrijwaard van aanschafbelasting maar wordt die over 2024 wel ingevoerd, met voorshands een bedrag van 360 euro. “Aan de andere kant krijgen particulieren meer ondersteuning bij de aankoop van een elektrische auto, zowel nieuw als tweedehands zonder dat hiervoor de vaste lasten stijgen van mensen die de overstap nog niet kunnen maken,” verwoordt de minister.

Hij wil verder met het bedrijfsleven afspraken maken over het meer gebruiken van de fiets of het OV maar ook met deelauto’s in het woonwerkverkeer. Wat de ‘traditionele’ auto betreft gaat de accijns op diesel in 2021 omhoog maar met niet meer dan één cent, twee jaar later gevolgd door nog eens een cent. De eerder gedachte accijnsverhoging op benzine vindt het kabinet helemaal niet nodig of wenselijk. Het kabinet probeert bij verbrandingsmotoren wel in te zetten op minder uitstoot door innovatieve biobrandstoffen, hoewel die dan weer niet mogen komen van gewassen die ook voor onze eigen voeding of veevoer gebruikt kunnen worden. Verder gaat in het hoofdstuk mobiliteit ook de wegenbelasting voor bestelbussen omhoog, in 2021 met 24 euro per jaar – twee euro per maand dus – oplopend tot 96 euro per jaar in 2024. En tenslotte komt er een onderzoek naar de invoering van rekeningrijden, gedacht wordt aan 2026, waarbij drie varianten op tafel komen. Eén daarvan is alleen een rekening voor elektrische auto’s die immers niet via de accijns op autobrandstof een bijdrage leveren aan de schatkist. Maar dat rekeningrijden is dus voorlopig niet meer dan een onderzoek.