Het aantal elektrische EV’s, dat in de categorie deelmobiliteit valt, is in een jaar tijd verdubbeld, van dik 5000 in maart 2020 naar 11.500 in maart dit jaar. Zo’n 13 procent van de Nederlandse deelauto’s is elektrisch of plug-in hybride, waarvan de gewone auto’s slechts zo’n 3 procent elektrisch is.

Het aantal deelauto’s neemt overigens sowieso toe. Dit voorjaar zijn er bijna 90.000 geteld, ruim 13.000 meer dan het jaar ervoor. Het aantal deelauto’s groeit steeds harder, meldt CROW-KpVV.

Uit onderzoek blijkt dat het achterblijven van het aantal laadpalen bij standplaatsen van deelauto’s remmend kan werken op de groei. “Het realiseren van laadinfrastructuur in de openbare ruimte kost tijd, en vraagt daarom extra planning van aanbieders van deelauto’s in Nederland”, aldus CROW-KpVV.

Gebruik blijft laag

Het aandeel van de deelauto in de mobiliteit is laag, maar het aanbod van deelauto’s in Nederland groeit. Per gebruiker leidt autodelen tot minder autobezit en naar verwachting tot een beperkte daling van broeikasgasemissies.  Ongeveer 2% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder maakt gebruik van een of meer vormen van autodelen, zoals B2C of P2P. Dat komt neer op circa 200.000 autodelers. Dit is een verdubbeling van het aantal autodelers ten opzichte van 2014. Maar het aandeel in het totale aantal autoverplaatsingen is zeer beperkt, namelijk 0,02% en dit is sinds 2014 niet gegroeid. Het gaat jaarlijks om circa 1,1 miljoen deelautoritten en om 0,1 deelautorit per inwoner (18 jaar en ouder) per jaar.

Driekwart van het aantal deelfietsen in ons land bestaat uit de ov-fiets. De deelfiets vervangt vooral het plaatselijk openbaar vervoer (bus, tram, metro), lopen of het gebruik van de eigen fiets, niet de auto. Het is mogelijk het aandeel van de deelmobiliteit in de totale mobiliteit te vergroten, zij het beperkt. Dit blijkt uit een onderzoek naar de ontwikkelingen, effecten en potentie van deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).