Dat heeft het Europese Hof van Eerste Aanleg bepaald in een door DaimlerChrysler aangespannen beroep tegen de door de Europese Commissie opgelegde boete. Het autoconcern heeft destijds verschillende afspraken gemaakt met dealers in Duitsland, Spanje en België over het leveren of juist niet-leveren van auto's aan klanten en over bepaalde kortingen. In Duitsland vertelde DaimlerChrysler de dealers er zoveel mogelijk voor te zorgen dat ze alleen auto's aan klanten in hun eigen regio verkochten. De Europese Commissie vond dat illegaal en had een boete van 47 miljoen euro opgelegd. Het Hof vindt echter dat DC voor de Duitse afspraken niet veroordeeld kan worden. De Europese wet spreekt immers alleen van afspraken tussen verschillende bedrijven, niet binnen één en hetzelfde bedrijf. Het Hof beschouwt de dealers daarbij als integraal onderdeel van de onderneming. In Spanje verbood het 'moederbedrijf' de dealers auto's te leveren aan leasebedrijven als die nog geen met naam en toenaam bekende eindafnemer konden melden. Volgens het Hof is dat onder de nationale wetgeving toegestaan en moet ook de daarvoor opgelegde boete van vijftien miljoen euro naar de prullenbak worden verwezen. Het enige vergrijp dat volgens het Hof wel illegaal was is het meedoen aan afspraken over het verbieden of beperken van kortingen voor Belgische autokopers. DaimlerChrysler zal de daarvoor opgelegde boete van 9,8 miljoen euro dan ook wel moeten betalen.