De Amerikaanse markt was decennialang goed voor veertien tot zeventien miljoen nieuwe auto’s. Zelfs nog in de periode tussen 2002 en 2007 werden er jaarlijks constant meer dan zestien miljoen stuks verkocht. In 2008 begon de kentering (13,2 miljoen) gevolgd door 2009 met 10,4 miljoen voertuigen.  De topdrie wordt in de VS gevormd door GM (20 procent marktaandeel), Toyota (17 procent) en Ford (16 procent). Het verkoopcijfer had vorig  jaar echter nog lager kunnen uitpakken als de Amerikaanse overheid niet haar Cash for Clunkers (C4C) programma had ingezet, een variant op onze sloopregeling, maar dan met écht hoge bedragen. NADA becijferde dat deze inmiddels beëindigde C4C-regeling een pluseffect van een half miljoen extra nieuwe auto’s heeft gehad.

NADA ziet voor dit jaar lichtpuntjes op het gebied van de economische groei,brandstofprijzen en de occasionmarkt. Eerder dan Europa lijkt de Amerikaanse economie zich weer te herstellen. Dit jaar wordt een BNP-groei van drie procent verwacht. De banken zullen bij gevolg ook weer wat toeschietelijker worden om consumenten een financiering te verstrekken, iets waar de autosector grotendeels van afhankelijk is. Daarnaast is de prijs van benzine in anderhalf jaar tijd gehalveerd en staat nu weer op het – voor onze begrippen extreem lage – niveau van zo’n twee dollar per gallon. Verder is er – na een periode van onbalans tussen vraag en aanbod – weer rust in de occasionrijzen gekomen. 

Er zijn zo’n veertig Nederlanders bij dit NADA-evenement aanwezig, vooral bestuursleden van de Bovag.