Verder zou in 2008 het eigen vermogen zijn geslonken met 2,6 procent, tot tweehonderd miljoen euro.

De cijfers beperken volgens het Handelsblatt de aanspraken die het bedrijf kan maken op financiële hulp uit het zogeheten Deutschlandsfonds, bedoeld voor saneringen van bedrijven. De criteria voor toekenning van middelen uit dat fonds zijn streng. Zo moeten ondernemingen aantonen dat ze op 1 juli 2008 nog geen economische problemen hadden. De regeling is immers beperkt tot slachtoffers van de huidige economische en financiële crisis.

De door het Handelsblatt gepubliceerde cijfers worden weersproken door Opel. Een woordvoerder stelt desgevraagd dat „Adam Opel GmbH op de peildatum 1 juli 2008 geen onderneming was die in moeilijkheden verkeerde." Verder zou het bedrijf van 2008 niet te vergelijken zijn met het huidige Opel/Vauxhall. De door Handelsblatt geopenbaarde jaarcijfers zouden alleen betrekking hebben op de Duitse fabrieken. Sinds mei 2009 echter behoren ook Opel Europa en zustermerk Vauxhall tot Adam Opel GmbH. Bij de beoordeling moet gekeken worden naar de volledige onderneming in haar huidige omvang, aldus de Opel-woordvoerder. De tijdelijke topman van Opel – Nick Reilly – heeft verzocht om meer dan anderhalf miljard euro staatshulp.