Alle verloven zijn ingetrokken, vakanties worden ingekort en in veel fabrieken wordt nu ook op zaterdag gewerkt. De omslag kwam begin dit jaar, toen de verkopen in China spectaculair toenamen. Inmiddels worden ook vanuit de Verenigde Staten stijgende afzetcijfers gemeld. Vorig jaar leek de Duitse autosector nog op sterven na dood te zijn. Tienduizenden tijdelijke werknemers werden ontslagen en in diverse fabrieken werd arbeidstijdverkorting ingevoerd, met als gevolg hoge verliezen voor BMW en Daimler. Audi bleef wel uit de rode cijfers en kondigde onlangs aan zijn winstverwachting voor 2010 naar boven bij te stellen. Het merk denkt dit jaar 200.000 auto’s te kunnen verkopen in China, waarmee dat land de belangrijkste afzetmarkt voor het merk met de vier ringen wordt. De opwaardering van de munt yuan zal de kas bij Audi alleen maar verder spekken.

Van overcapaciteit in Duitsland is dus geen sprake meer, maar de vraag is wel hoe lang het personeel in eigen land zal profiteren van de mondiale boom van de autoverkopen. Met name Mercedes-Benz, dat voor 2015 mikt op een afzetaantal van 300.000 auto’s in China, wil lokaal veel meer auto’s gaan bouwen. Ook investeert deze fabrikant 3 miljard euro in een nieuwe motorenfabriek. BMW volgt hetzelfde pad en is bezig met het creëren van extra capaciteit in de Chinese stad Shenyang (100.000 auto’s). Daar moet straks o.a. de X1 van de band lopen. Audi gaat in China de Q5 produceren. Diens tegenhanger van BMW, de X3, loopt vanaf de generatiewisseling in de Verenigde Staten van de band. Hij krijgt in dit land gezelschap van de Mercedes-Benz C-klasse, die Daimler niet meer uitsluitend in het dure Europa wil produceren.