Akerson zei dit tijdens een toespraak in een GM-fabriek om gesprekken te beginnen over arbeidsvoorwaarden met de vakbond UAW. Begin juni waren er speculaties over en berichten in de Duitse media dat de Duitse GM-dochter zou kunnen worden verkocht aan een Chinese onderneming of misschien wel aan Volkswagen.

Of de ontkenning van Akerson nu waar is of niet, de uitspraak was nodig om de verkoop van Opels aan de gang te houden en de moraal bij Opel-medewerkers hoog te houden, zegt analist Peter Nesvold van Jefferies in Automotive News.  "De meeste ceo’s in deze situatie zullen je zeggen dat een divisie niet te koop is totdat het verkocht is." Nick Reilly, de voorzitter van de raad van bestuur van Opel/Vauxhall, zei op 30 juni nog dat hij heel tevreden is met de voortgang bij Opel. Maar hij liet na de geruchten over een mogelijke verkoop te ontkrachten. Hoe dan ook, Opel blijft een bedrijf met hoge kosten in een regio met weinig groei en moordende concurrentie. Dat leidt tot speculaties over verkoop en over mogelijke concessies van het personeel. Toen VW-baas Winterkorn speculeerde over een mogelijke verkoop van Opel reageerde de Amerikaanse moeder daar wat geërgerd op. Maar ook toen liet GM na expliciet te stellen dat Opel niet te koop is.

In 2009 heeft GM ineens zijn plannen om Opel/Vauxhall te verkopen aan Magna ineens laten varen, na maanden van onderhandelingen. Er kwam toen een herstructureringsplan dat Opel er bovenop moest helpen. Opel verloor in 2010 ruim anderhalf miljard dollar. Men verwacht dat Opel dit jaar breakeven kan draaien en in 2012 weer winst kan maken. Maar het management van Opel denkt dat het wel vijf jaar kan duren voordat het merkimago op de thuismarkt weer hersteld is.

Op de aandeelhoudersvergadering van General Motors in juni stelde ceo Akerson nog heel duidelijk waar Opel staat binnen het portfolio van GM: Opel is een regionaal merk dat de twee wereldmerken Chevrolet en Cadillac moet ondersteunen. In 2009 was Akerson, toen nog geen ceo van GM, vóór de verkoop van Opel.