Een tribunaal in Parijs verklaarde zich niet bevoegd om een uitspraak te doen in de zaak en verwees de familie Renault door naar de administratieve rechtbank, zo meldt het Financieele Dagblad. Zeven kleinkinderen van de Franse industrieel vinden dat het autobedrijf dat hun vader Louis (1877-1944) oprichtte na de Tweede Wereldoorlog onterecht werd genationaliseerd omdat Louis Renault werd gezien als collaborateur. In zijn fabrieken werd tijdens de oorlog materieel geproduceerd voor de Duitsers en Renault stond kort voor de oorlog op goede voet met Hitler. Op het moment van onteigening had Louis Renault 96 procent van de aandelen van zijn bedrijf in handen. Nu willen de erven de waarde daarvan terug, plus rente.

Franse historici zijn verdeeld over de kwestie of Louis Renault nu fout was of niet. Kleindochter Hélène Renault zei afgelopen zaterdag in het Financieele Dagblad dat het de familie in eerste instantie gaat om ‘rechtvaardigheid’. Vervolgens hoopt ze ‘op een debat gebaseerd op archiefonderzoek door historici’.