Het overgrote deel van het Britse wegennet, zowel de snelwegen als meer plaatselijke verbindingen, wordt onderhouden door private bedrijven als Amey, Balfour Beatty of Colas. Dergelijke bedrijven sluiten daarvoor een meerjarig contract met de Highways Agency, de Britse Rijkswaterstaat, of met regionale overheden. Die ondernemingen sturen automobilisten die bij een ongeval betrokken zijn in toenemende mate een forse rekening voor het benodigde herstel. In veel gevallen krijgt een automobilist daarbij maanden na een ongeval opeens en onverwachts een factuur in de bus, zo blijkt uit een onderzoek van de BBC. 

Zo kreeg een automobiliste drie maanden na een slippartij wegens olie op de weg een rekening van bijna 3.500 euro van Amey voor vermeende schade aan de vangrails. Bijna 2.000 euro was besteed aan het afsluiten van de vluchtstrook terwijl nog eens enkele honderden euro’s voor huur van een afvalbak in rekening werd gebracht. Volgens een woordvoerder van Amey is dat inmiddels de vaste praktijk geworden: ‘’Als reparaties nodig blijven, dan proberen we elke partij die die schade heeft veroorzaakt te vinden om de kosten terug te halen. Op de factuur geven we dan ook een specificatie van die kosten. Reparaties zijn noodzakelijk om de veiligheid van het verkeer te verzekeren.” Ook de Highway Agency vindt de praktijk een normale zaak: ‘’De belastingbetaler moet niet hoeven op te draaien voor dergelijke kosten, daarom proberen de bedrijven die voor ons werken ze bij de betrokkenen terug te vorderen.”