Lange tijd maakten bedrijven in het westen (waartoe we voor het gemak ook Aziatische landen met een vrije markteconomie zoals Japan en Zuid-Korea rekenen) de dienst uit op de automarkt. Dat had niet alleen te maken met een voorsprong qua autodichtheid in eigen land, maar ook met de slagkracht: in een open economie gaat het immers om eten of gegeten worden. En die setting is een goede kweekkamer voor excellente producten.

Peugeot behoorde ook lange tijd tot een autofabrikant van excellente producten waarmee de wereld veroverd kon worden. Modellen als de 403, 404 en 504 hadden de reputatie onverwoestbaar te zijn en dat zorgde voor veel fans. Met de 204 voegde Peugeot een vriendelijker geprijsd model aan het gamma toe en werd de basis gelegd voor een verdere expansie. Niet alleen in de vorm van een nummer 1-positie in de Franse verkoopstatistieken (althans, op modelniveau) maar ook doordat men dermate veel vlees op de botten had weten te kweken dat het technisch failliete Citroën kon worden overgenomen, enkele jaren later gevolgd door de Europese divisie van Chrysler (o.a. Simca).

Peugeot transformeerde zo tot PSA Peugeot Citroën en groeide uit tot een grotere autofabrikant dan Renault. Maar formaat zegt niet alles: de Fransen hadden hun eieren vrijwel uitsluitend in het Europese mandje gelegd. Dat was vóór de financiële crisis okay maar nu de economische motor in de eigen marktregio hapert, is PSA kwetsbaar geworden. Men kwam er te laat achter dat de bakens verzet dienden te worden. PSA belandde in de rode cijfers (vorig jaar voor vijf miljard euro) en lijkt zich op eigen kracht niet meer in het harnas te kunnen hijsen. Van jachtdier is de Franse leeuw nu een prooi geworden.

Het is een kwestie van tijd totdat PSA zich overgeeft aan Dongfeng: deze Chinese speler heeft dankzij de zeer gezonde thuismarkt een goed gevulde oorlogskas en wil een toonaangevende speler worden op de mondiale automarkt. Met Franse knowhow moet dit gaan lukken. In eerste instantie wordt niet gestreefd naar een volledige overname van PSA – dat zou tegen het zere been van de Franse regering zijn en effectief kunnen de Chinezen met een belang van dertig procent de gang van zaken ook voldoende naar hun hand zetten. Om de weg vrij te maken voor een overname door Dongfeng, zal PSA topman Philippe Varin in 2014 zijn functie neerleggen en worden opgevolgd door Carlos Tavares. Dongfeng heeft al gehint dat zij graag ‘vers bloed’ bij PSA achter het stuur ziet – nieuwe bezems vegen immers het schoonst.  Tavares is recentelijk bij Renault de laan uitgestuurd omdat hij teveel praatjes kreeg. Hij lijkt dus gemotiveerd om namens PSA zijn voormalige werkgever Renault een hak te zetten. Het is natuurlijk mooi meegenomen dat Tavares, vanwege de alliantie met Nissan, ook past binnen de profielschets. Ghosn zelf geldt overigens als het grote voorbeeld voor Dongfeng, dat graag wil samenwerken met PSA op de manier zoals dat ook bij Renault en Nissan gebeurt. (bron: autointernationaal.nl)