‘Elke euro wordt zorgvuldig besteed’, vertelt parlementsvoorzitter Flahaut. Sinds 2010 zijn de kosten voor het parlement – en voor de acht instellingen die eronder vallen, zoals het Rekenhof – volgens de eigen berekeningen gedaald van 129.936.000 naar 125.317.500 euro in 2014.

Die 4.618.500 euro werd volgens de berekeningen van het parlement – die rekening houden met de indexering – vooral bespaard op drie posten: de logistiek, de vergoedingen voor parlementsleden en medewerkers en het niet vervangen van die medewerkers als die het parlement verlaten.

Maar ook op het wagenpark wordt beknibbeld. Zo worden de zes Audi’s A8 die ter beschikking staan van de parlementsleden en medewerkers, vervangen door ‘kleinere’ BMW’s uit de 5-serie. Die downgrade gebeurt bovendien wagen per wagen, waar voordien het volledige wagenpark ineens werd vervangen.