In vergelijking met wat toen in het Oostblok te koop was, was deze robuuster uitgevoerde Italiaan met afstand de beste auto die je toen in de Sovjet-Unie en omstreken kon kopen. Bovendien was de Lada goed genoeg om een plaatsje te veroveren op exportmarkten. Later volgden niet minder succesvolle introducties op hetzelfde thema, zoals de 1300, de 1500 en de Stationcar. In 1978 kreeg het model in de vorm van de 1600 zelfs een premiumlook.

Begin jaren tachtig leek de Sovjetster te verbleken, maar Lada maakte met de 2015 een comeback. Dit onder regie van Porsche grondig gemoderniseerde model kon er weer jaren tegen en was vooral populair bij diegenen die niets van voorwielaandrijving moesten hebben, maar gewoon een werkpaard zochten om tijdens vakanties hun vouwwagen of caravan mee naar de camping te slepen. Er volgde ook weer een stationwagon (2104) en de 1600 werd afgelost door de 2107. Van de klassieke 2101 en Riva (zoals de 2104 t/m 2107 in eigen land heette) reeks werden afgerond 20 miljoen exemplaren gemaakt.

In de tussentijd was ook de Niva het gamma komen versterken, een cross-over avant-la-lettre. Op 18 december 1984 rolde het eerste exemplaar van de Samara van de band, waarmee Lada opnieuw voor een Russische revolutie probeerde te zorgen. Voorwielaandrijving en door Porsche ontworpen motoren vormden op papier voldoende munitie maar de bouwkwaliteit was aanvankelijk belabberd, waardoor het nog jaren zou duren voordat het model beschikbaar kwam voor export naar West Europa. En toen het eindelijk zo ver was, bleek de Samara niet meer zo modern te zijn. Lada verloor zijn glans en de op dezelfde basis ontwikkelde 2110 (sedan), 2111 (station) en 2112 (hatchback) familie maakte net als hun opvolger Priora zo mogelijk nog minder indruk.

Met de Kalina probeerde Lada zich te herpakken, maar ook dat model flopte in West Europa. De bouwkwaliteit was verbeterd, maar rond dezelfde tijd begon het door Renault opnieuw uitgevonden Dacia goed op stoom te komen en tegenover deze concurrent waren de Russen kansloos: een Logan (MCV) of Sandero was even goedkoop, maar had minder ruwe kantjes en profiteerde van een aanzienlijk betere bouwkwaliteit. De enige uitweg was een nóg goedkoper model en die lanceerde Lada in de vorm van de Granta: technisch gewoon een Kalina, maar aanzienlijk goedkoper om te produceren. Toch had export naar West Europa geen zin meer, want het huidige decennium zit niemand in onze marktregio nog te wachten op een auto met 149 gram aan CO2-uitstoot, tenminste niet in de prijsklasse waar een emissiewaarde onder de 90 gram eerder regel dan uitzondering aan het worden is. Maar in eigen land lust men wel pap van de Granta en zo kon de grens van 28 miljoen worden gepasseerd. Het mijlpaal model was een blauwe, gelifte Kalina met Westerse lekkernijen als een automatische transmissie, een multimediasysteem en airconditioning aan boord.

Deze upgrade kan niet los worden gezien van de knowhow die Nissan en Renault meebrachten toen zij in 2008 voor 25 procent aandeelhouder werden. De Russische staat zag de eigen automarkt helemaal leeggegeten worden door Westerse merken, althans in het prijssegment boven de Lada en dan geldt ook in dit voormalige communistische land de Amerikaanse slogan: if you can’t beat them, join them. Met Franse en vooral Japanse kennis konden de productielijnen worden gemoderniseerd en kon het gamma aan de bovenkant worden uitgebreid met de Largus: niets meer of minder dan een Logan MCV van de eerste generatie met Lada badge, gewijzigde koplampunits en een andere grille.

Lada maakt zich nu op voor een nieuwe fase in haar leven: de ontwikkeling van een moderne generatie modellen. Die zullen worden gebaseerd op techniek van aandeelhouder Renault-Nissan (die inmiddels een controlerend belang van 75 procent heeft) en aangepast zijn aan de jongste carrosserietrends. Dit betekent dat Lada ook het cross-over segment wil gaan betreden. In 2008 lieten de Russen op de Moscow Motor Show al een eerste vingeroefening zien in de vorm van de C-Cross, maar de vertaling van dit voor Lada begrippen hippe model naar een productieversie bleek lastiger dan gedacht: niet alleen het geld ontbrak, maar ook eigentijdse techniek.

Maar nu Nissan en Renault het volledig voor het zeggen hebben bij Lada moet het wel gaan lukken. Het plan is nu om een cross-over op basis van de Dacia Duster te gaan bouwen. Een exacte introductiedatum is er niet, maar de verwachting is dat het model pas op zijn vroegst eind 2015 in de Russische showrooms zal arriveren. In de pijplijn zit ook ‘project B’: een ontwerp voor een 3-deurs cross-over dat al in 2012 als X-Ray werd gepresenteerd en die nu vertaald zal gaan worden naar een productiemodel op basis van de jongste Dacia Sandero Stepway.

Lada staart zich evenwel niet blind op cross-overs en dus wordt ook gewerkt aan een opvolger voor de Priora. Die zal Vesta gaan heten, oftewel vernoemd worden naar de Romeinse godin van onder andere, jawel, het haardvuur en veiligheid. Compleet beeldmateriaal is er nog niet, dus zullen we het voorlopig moeten doen met deze plaagfoto waarop alleen de koplampen zijn te zien.

De verwachting is dat de Vesta onderhuids veel techniek zal delen met de X-Ray om zo de prijs laag te houden. We hebben het immers over een opvolger van de Priora en dat betekent dat betaalbaarheid prioriteit nummer één is. De autokenner weet inmiddels genoeg: de Vesta, die ongetwijfeld als sedan, hatchback en stationwagon op de markt komt, zal worden afgeleid van de Dacia Logan. Eind 2015 moet de opvolger van de Priora op de Russische markt actief worden, of zo de productieteller van Lada richting de 29 miljoen te bewegen.

Door: Toralt Deinum, Autointernationaal