De slechte gang van zaken in China was er verantwoordelijk voor dat PSA wereldwijd slechts 0,2 procent groei kon noteren.

Binnen de groep gingen de verkopen van Peugeot in China met 21,5 procent omlaag, die van DS met bijna 20 procent terwijl Citroën er 16,6 procent moest inleveren. Die cijfers steken schril af bij de gang van zaken op de Chinese automarkt als geheel want die kon over de eerste jaarhelft een groei van iets meer dan 8 procent neerzetten.

PSA en haar merken hebben, net als andere Westerse merken, in China te kampen met toenemende concurrentie van de nationale automerken. Die konden in de maanden januari tot en met juni een sterke groei van 23 procent melden. Daarnaast heeft de Chinese autokoper de blik gericht op de SUV, een segment waar PSA (nog) niet al te sterk vertegenwoordigd is. De enige SUV van Citroen, de C3XR, doet het uitstekend want daarvan werden er juist 35 procent meer verkocht.

Om het tij te keren zet topman Carlos Tavares vooral in op een producten-offensief. Voor 2018 moeten er zeker vijf nieuwe SUV’s op de Chinese markt beschikbaar zijn, twee jaar later wil Peugeot zelf alles bij elkaar 20 nieuwe modellen in de showroom hebben. Dat moet mede mogelijk worden door de opening van een nieuwe fabriek in Chengdu later dit jaar. PSA zal dan nog wel aan één belangrijke voorwaarde moeten voldoen: om de prijzenslag in China bij te houden moeten haar relatief dure auto’s alsnog goedkoper worden.