Analyse: Alpine en het ‘soufflé gevaar’

Een jaar na de presentatie van de conceptversie heeft Alpine op de autosalon van Genève de productieversie van haar comeback model onthuld: de nieuwe A110. Het gros van de pers is lyrisch, want met de combinatie van ‘tijdloze Alpine eigenschappen’ (zoals een laag gewicht, wendbaarheid en prestaties) treedt de nieuwe 2-zits sportcoupé met middenmotor in de voetsporen van zijn illustere voorganger, de A110 Berlinette. De vraag is of dat terecht is.

Analyse: Alpine en het ‘soufflé gevaar’

Een sportwagenmerk uit haar as laten herrijzen is namelijk niet gemakkelijk. Spyker is het nog steeds aan het proberen, de eerste reanimatiepoging van Bugatti mislukte en zo liggen er nog veel meer initiatieven op het kerkhof. Voor Alpine ligt de lat extra hoog omdat het merk snel winstgevend moet worden. Anders trekt Renault meteen de stekker er weer uit.

Het succes van Alpine zal dus volledig afhangen van de winstgevendheid van het merk. Want Renault heeft geen zin om een verlieslatend bedrijfsonderdeel in leven te houden. Voor hobbyprojecten is geen plek en dus kan de carrière van de A110 snel voorbij zijn als de sportwagen niet aan de hoge verwachtingen voldoet. Een nichemerk in de portefeuille is leuk, maar het moet wel zijn eigen broek op kunnen houden.

Gelukkig geloven ze er bij Renault (vanzelfsprekend) nu wel in. Christophe Deville, de communicatie directeur van het nieuwe opgericht merk en Renault Sport, denkt dat de A110 een zeer uiteenlopende cliëntèle zal aanspreken. Hij heeft daarbij 2 doelgroepen in het vizier: enerzijds jonge succesvolle ondernemers die kicken op design en hightech en anderzijds mannen die ouder zijn dan 45 jaar en (al) meerdere auto’s bezitten, waaronder wellicht een Porsche.

Daarmee zijn we aanbeland bij de Achilleshiel van de businesscase voor de A110: als je puur kijkt naar de verkoopresultaten, zijn de sportwagens van Porsche vergane glorie. De 911 is nodig om de iconische status van dit merk in stand te houden, maar het afzetaandeel is gering. Het brood (en nog wel meer dan dat) wordt tegenwoordig verdiend met SUV modellen en de Panamera. En de 718 Cayman, de directe concurrent van de Alpine, is verkooptechnisch helemaal bijzaak.

Dat de 718 Cayman slepend verkoopt, ligt niet aan de kwaliteiten van de sportwagen. Die zijn top. Het is nog maar afwachten of de A110 die weet te evenaren. En toch valt de belangstelling voor de Porsche tegen. Bij de Alfa Romeo 4C is de situatie niet anders. Nou ja, eigenlijk wel want die sportwagen is in tegenstelling tot de 718 Cayman niet erg fijn geslepen, maar ook in dat geval is het lastig klanten scoren. En laten we de geflopte Artega GT niet vergeten: om te zien, en op papier, een leuke auto maar er winst mee maken, ho maar.

Het lijkt er op dat de sportwagen zijn magie verloren heeft. Een circuitbeest is leuk, maar niet geschikt om elke dag te gebruiken. De autoconsument heeft tegenwoordig liever een allrounder. Misschien een woord waar je een inzinking van krijgt, maar in tijden van binnenstedelijke parkeervergunningen, kinderzitjes en stagnerend besteedbaar inkomen, is de sportwagen een lastige hobby geworden.
Alpine zou het afzetpotentieel van de A110 dus wel eens kunnen overschatten. In het eerste volle verkoopjaar (2018) denken de Fransen 5.000 orders te kunnen noteren. Daarna moet de afzet gaan stabiliseren op jaarlijks 3.000 eenheden. Beide doelstellingen zijn ambitieus, om niet te zeggen onrealistisch. Vorig jaar verkocht Alfa Romeo namelijk slechts 1.198 exemplaren van de 4C, terwijl Porsche genoegen moest nemen met 3.032 orders voor de 718 Cayman. Sportwagens verouderen verkooptechnisch veel sneller dan gezinswagens. De reden is dat ‘emotie’ bij de aanschaf veel belangrijker is. Dus als de nieuwigheid van een sportwagen af is, dan gaat de doelgroep op zoek naar een nieuw speeltje.

Renault wijst er enthousiast op dat de oplage van de première editie (1.952 stuks) reeds is uitverkocht (80 exemplaren hebben een Nederlandse koper gevonden). Leuk, maar in de marketingwetboeken valt te lezen dat het succes van een product niet bepaald wordt door de initiële verkopen, maar door de herhaal aankopen. De zware taak van Renault is dus niet zozeer om van Alpine een succesvol merk te maken, maar om de sportwagen gewild te houden. Deville laat weten dat als de A110 in dit opzicht faalt, wij niet meer modellen van Alpine hoeven te verwachten. (Toralt Deinum, Autointernationaal)

Analyse: Alpine en het ‘soufflé gevaar’ - Automobielmanagement.nl

Analyse: Alpine en het ‘soufflé gevaar’

Een jaar na de presentatie van de conceptversie heeft Alpine op de autosalon van Genève de productieversie van haar comeback model onthuld: de nieuwe A110. Het gros van de pers is lyrisch, want met de combinatie van ‘tijdloze Alpine eigenschappen’ (zoals een laag gewicht, wendbaarheid en prestaties) treedt de nieuwe 2-zits sportcoupé met middenmotor in de voetsporen van zijn illustere voorganger, de A110 Berlinette. De vraag is of dat terecht is.

Analyse: Alpine en het ‘soufflé gevaar’

Een sportwagenmerk uit haar as laten herrijzen is namelijk niet gemakkelijk. Spyker is het nog steeds aan het proberen, de eerste reanimatiepoging van Bugatti mislukte en zo liggen er nog veel meer initiatieven op het kerkhof. Voor Alpine ligt de lat extra hoog omdat het merk snel winstgevend moet worden. Anders trekt Renault meteen de stekker er weer uit.

Het succes van Alpine zal dus volledig afhangen van de winstgevendheid van het merk. Want Renault heeft geen zin om een verlieslatend bedrijfsonderdeel in leven te houden. Voor hobbyprojecten is geen plek en dus kan de carrière van de A110 snel voorbij zijn als de sportwagen niet aan de hoge verwachtingen voldoet. Een nichemerk in de portefeuille is leuk, maar het moet wel zijn eigen broek op kunnen houden.

Gelukkig geloven ze er bij Renault (vanzelfsprekend) nu wel in. Christophe Deville, de communicatie directeur van het nieuwe opgericht merk en Renault Sport, denkt dat de A110 een zeer uiteenlopende cliëntèle zal aanspreken. Hij heeft daarbij 2 doelgroepen in het vizier: enerzijds jonge succesvolle ondernemers die kicken op design en hightech en anderzijds mannen die ouder zijn dan 45 jaar en (al) meerdere auto’s bezitten, waaronder wellicht een Porsche.

Daarmee zijn we aanbeland bij de Achilleshiel van de businesscase voor de A110: als je puur kijkt naar de verkoopresultaten, zijn de sportwagens van Porsche vergane glorie. De 911 is nodig om de iconische status van dit merk in stand te houden, maar het afzetaandeel is gering. Het brood (en nog wel meer dan dat) wordt tegenwoordig verdiend met SUV modellen en de Panamera. En de 718 Cayman, de directe concurrent van de Alpine, is verkooptechnisch helemaal bijzaak.

Dat de 718 Cayman slepend verkoopt, ligt niet aan de kwaliteiten van de sportwagen. Die zijn top. Het is nog maar afwachten of de A110 die weet te evenaren. En toch valt de belangstelling voor de Porsche tegen. Bij de Alfa Romeo 4C is de situatie niet anders. Nou ja, eigenlijk wel want die sportwagen is in tegenstelling tot de 718 Cayman niet erg fijn geslepen, maar ook in dat geval is het lastig klanten scoren. En laten we de geflopte Artega GT niet vergeten: om te zien, en op papier, een leuke auto maar er winst mee maken, ho maar.

Het lijkt er op dat de sportwagen zijn magie verloren heeft. Een circuitbeest is leuk, maar niet geschikt om elke dag te gebruiken. De autoconsument heeft tegenwoordig liever een allrounder. Misschien een woord waar je een inzinking van krijgt, maar in tijden van binnenstedelijke parkeervergunningen, kinderzitjes en stagnerend besteedbaar inkomen, is de sportwagen een lastige hobby geworden.
Alpine zou het afzetpotentieel van de A110 dus wel eens kunnen overschatten. In het eerste volle verkoopjaar (2018) denken de Fransen 5.000 orders te kunnen noteren. Daarna moet de afzet gaan stabiliseren op jaarlijks 3.000 eenheden. Beide doelstellingen zijn ambitieus, om niet te zeggen onrealistisch. Vorig jaar verkocht Alfa Romeo namelijk slechts 1.198 exemplaren van de 4C, terwijl Porsche genoegen moest nemen met 3.032 orders voor de 718 Cayman. Sportwagens verouderen verkooptechnisch veel sneller dan gezinswagens. De reden is dat ‘emotie’ bij de aanschaf veel belangrijker is. Dus als de nieuwigheid van een sportwagen af is, dan gaat de doelgroep op zoek naar een nieuw speeltje.

Renault wijst er enthousiast op dat de oplage van de première editie (1.952 stuks) reeds is uitverkocht (80 exemplaren hebben een Nederlandse koper gevonden). Leuk, maar in de marketingwetboeken valt te lezen dat het succes van een product niet bepaald wordt door de initiële verkopen, maar door de herhaal aankopen. De zware taak van Renault is dus niet zozeer om van Alpine een succesvol merk te maken, maar om de sportwagen gewild te houden. Deville laat weten dat als de A110 in dit opzicht faalt, wij niet meer modellen van Alpine hoeven te verwachten. (Toralt Deinum, Autointernationaal)