Het lijkt er daarbij sterk op dat Carlos Ghosn gelijk krijgt met z’n voorspelling dat zijn Renault-Nissan alliantie met alles wat er bij hoort over het eerste halfjaar inderdaad voor het eerst de koppositie kan veroveren van Toyota.

Over de eerste vijf maanden gezien is het verschil tussen de nummers één en twee geslonken tot minder dan 6.000 op een totaal van ruim 4,3 miljoen. Toyota produceerde in die periode om precies te zijn 4.375.682 voertuigen – vrachtwagens en bussen meegeteld – terwijl Renault-Nissan uitkwam op 4.370.093, dat is dus 5.589 minder dus. Maar de Frans-Japanse alliantie is, vooral door de inlijving van Mitsubishi, de laatste tijd wel aan een snelle inhaalslag bezig. In de maand mei kwam Renault-Nissan op 897.947 stuks 12,5 procent hoger uit dan een jaar eerder terwijl Toyota met 849.339 exemplaren een magere 1,4 procent groei noteerde. In die afgelopen maand was Renault-Nissan dus groter, maar niet de grootste want die eer gaat naar Volkswagen met 898.700 stuks. Over de eerste vijf maanden zakten de Duitsers door de problemen bij Audi in China echter wel naar de derde plaats met 4.234.900 stuks, vrijwel evenveel als in dezelfde periode in 2016. Het cijferwerk gaat verder…