Analyse: Zó gaat Opel saneren

Opel gaat al zijn modellen gefaseerd op techniek van haar nieuwe Franse moederbedrijf PSA (Peugeot, Citroën, DS) baseren. Het gamma zal daarbij worden teruggesnoeid tot segmenten waarin een goed belegde boterham kan worden verdiend. Maar tegelijkertijd zal met dit kleinere modellenaanbod nieuwe markten worden betreden; iets wat onder het oude Amerikaanse moederbedrijf General Motors taboe was.

Analyse: Zó gaat Opel saneren

De inkoopactiviteiten van Opel zullen worden gebundeld met die PSA. Daarnaast moet het Duitse merk haar loonkosten verlagen. Het hoofdkantoor van Opel in Rüsselsheim zal worden omgevormd tot een competentiecentrum op het gebied van volledig elektrische auto’s.

Dat zijn in het kort de kernelementen van het saneringsplan dat de nieuwe topman van Opel, Michael Lohscheller (links op de foto), geschreven heeft. Met name het inkrimpen van het gamma en het terugdringen van de loonkosten zijn elementen waarmee PSA in 2014 zichzelf onder leiding van CEO Carlos Tavares (rechts op de foto) weer financieel gezond wist te krijgen. Dat is geen toeval: Opel moet nou eindelijk eens uit de rode cijfers zien te komen. En met name de Peugeot 3008 is een groot succesnummer.

Zal het door PSA gedicteerde en door Lohscheller braaf opgeschreven reorganisatieplan tot massaontslagen leiden bij Opel? Tot nu toe heeft Tavares steeds geruststellende woorden gesproken dat de Duitsers al genoeg in eigen vlees hebben gesneden. Maar het is onvermijdelijk dat Opel veel personeel vervroegd met pensioen zal sturen (of dat er een andersoortige vertrekregeling zal worden aangeboden) en dat er voor bepaalde functies een vacaturestop komt. Voor een eigen motoren & transmissielijn is geen toekomst meer. PSA heeft veel efficiëntere aandrijfopties in het schap liggen, waaronder de veel geprezen driecilinder Puretech benzinemotor.

Een doorn in het oog bij Tavares is de prijspolitiek van Opel. De auto’s die het merk produceert worden met hoge kortingen via het eigen dealernetwerk de markt in gedrukt. Dat beleid is in de branche niet ongebruikelijk; het helpt immers de voorraad onverkochte auto’s binnen de perken te houden. Maar Tavares heeft een grote hekel aan deze margevretende handelspolitiek. Hij heeft er niet voor niets bij Peugeot en Citroën korte metten mee gemaakt. Dat kostte PSA toen marktaandeel, maar het resultaat is wel dat het concern financieel weer gezond is. Nu mag (lees: moet) Opel dit voorbeeld gaan volgen.
De autoconsument kan daar blij mee zijn. Op korte termijn betekent de nieuwe prijspolitiek weliswaar minder kortingen, bijvoorbeeld op ‘showroommodellen’, maar het afkicken van de gewoonte om veel auto’s tegen lagere tarieven bij dealers te dumpen, zal er toe leiden dat de restwaarde kan herstellen. En dat is in het belang van zowel de particuliere rijder (minder afschrijven) als leaseklanten (scherpere tarieven).

Maar voor dit ‘zoet’ komt, zal Opel eerst door de zure appel heen moeten bijten. In de fabrieken zal er niet meer op los geproduceerd kunnen worden. En dat terwijl de efficiëntiegraad aldaar volgens Tavares momenteel sowieso al te wensen overlaat. Boosdoener is General Motors, dat eiste dat diverse modellen van Opel ook voldoen aan Amerikaanse normen. Reden is dat hetzelfde basisontwerp door dochtermerk Buick gebruikt moet kunnen worden. Maar voor Opel zelf is dat alleen maar nadelig omdat zij zelf geen auto’s op de Amerikaanse markt mag verkopen.

Bij de jongste Opel modellen, te weten de Crossland en de Grandland, speelt dit probleem niet meer. Die zijn gebaseerd op PSA techniek en primair ontwikkeld voor verkoop in Europa. Het is de verwachting dat er in de toekomst meer Opel modellen zullen volgen waarvan de techniek niet tevens is afgestemd op de Amerikaanse markt. Eerste slachtoffer is de Monza. In gereïncarneerde vorm is dat à la de Mitsubishi Eclipse geen sportwagen meer, maar een cross-over. Het op de Insignia (en dus ook op de Buick Regal) gebaseerde ontwerp had in 2019 verkoopklaar moeten zijn, maar Tavares heeft er een dikke rode streep door gehaald: de op General Motors techniek gebaseerde cross-over draagt niet bij aan de vereiste efficiëntieverbetering.

Je kan de PSA topman niet verwijten dat hij met 2 maten meet: De Fransen hebben onder leiding van Tavares ook hun eigen gamma flink ingekrompen. Het aantal personenwagenmodellen is gereduceerd van 42 naar 26. Dat PSA nog steeds druk bezig is met een inkrimping van het aanbod, werd eerder deze maand duidelijk tijdens de presentatie van de vernieuwde Citroën C4 Cactus. Dat model moet in zijn eentje de honneurs in het C segment gaan waarnemen. Voor de gewone C4 is geen toekomst meer. Eerder werd al de C5 gesaneerd en bij Peugeot verdween de RCZ opvolgerloos uit het gamma.

Tavares heeft als modellenbeleid: één introductie per jaar, per regio en per merk. Dat verklaart waarom er geen plaats is voor een opvolger voor de C4: Citroën introduceert dit jaar de C3 Aircross en in 2018 zal de C5 Aircross in de showrooms verschijnen. Maar voor DS is het beleid van Tavares juist goed nieuws. Na introductietechnisch 6 jaar in de woestijn te hebben rondgedwaald, zal dit merk nu jaarlijks een nieuw model kunnen serveren. Begin volgend jaar start de verkoop van de 7 Crossback en in 2019 volgt de 3 Crossback. Aparte (deels)elektrische modellen zijn door Tavares niet gepland. Dat vindt hij te inefficiënt. Modellen uit het B segment kunnen rekenen op een volledig elektrische variant en grotere auto’s zullen leverbaar worden in stekkerhybride uitvoering. Dit betekent dat de dagen van de vanwege zijn grote actieradius bejubelde Opel Ampera-e geteld zijn. Al komt dat ook omdat Rüsselsheim op elk verkocht exemplaar geld toelegt.

PSA is inmiddels ‘Back in the Race’. Dat is te danken aan een gelijknamig, door Tavares opgesteld, reorganisatieplan. Stevende PSA in 2014 met een jaarverlies van 5 miljard euro nog af op een faillissement, anno 2017 is de onderneming weer winstgevend. Nu is het de taak aan Lohscheller om Opel uit de rode cijfers te krijgen. Vanuit Parijs is hem de opdracht gegeven om in 2019 op operationeel niveau een ‘zwarte nul’ te schrijven. Het jaar daarop moet er een rendement van 2 procent gehaald worden. PSA zelf zal dit jaar vermoedelijk een winstmarge van 6 procent realiseren, oftewel een miljardenbedrag op zijn bankrekening kunnen bijschrijven.

Om dit kunstje in Rüsselsheim te kunnen herhalen, zal Opel door Tavares op een streng dieet worden gezet. Het merk zal weliswaar zijn eigen modellen mogen blijven ontwerpen (een basisvoorwaarde om überhaupt te kunnen overleven), maar voor de rest halen de Fransen de stofkam door alle uitgaven. Zo zijn koekjes bij de koffie voortaan verboden en hoeft het management niet meer te rekenen op een smartphone van de zaak. Dat leidt tot geklaag op het hoofdkantoor van Opel, maar op medelijden van PSA hoeft men in Rüsselsheim niet te rekenen: daarvoor zijn de in het verleden geleden verliezen ‘te dramatisch’.

Tavares maakt op deze manier de geesten rijp voor een drastische sanering bij Opel waarbij, het kan niet anders, duizenden arbeidsplaatsen zullen verdwijnen. En waarbij het gamma flink ingekrompen gaat worden. Zo zal de Karl geen opvolger krijgen. Dat model wordt immers in de (Zuid Koreaanse) General Motors fabriek gebouwd. Bovendien wordt er door vrijwel niemand geld verdiend in het A segment, dus dat is ook een reden waarom dit model, dat op zich leuke dingen doet voor het marktaandeel van Opel, zal verdwijnen. Ook de Corsa bevindt zich in de gevarenzone, al bevindt de nieuwe editie zich te ver in het ontwikkelingstraject om nog te kunnen worden gesaneerd. Maar ook in het B segment zijn de winstmarges flinterdun; niets voor niets maakt Fiat geen haast met een opvolger voor de Punto. (Toralt Deinum, Autointernationaal)
 

Opel presenteert morgen, 9 november, haar toekomstplannen. De persconferentie wordt live uitgezonden via een online stream die vanaf 9.15 uur te volgen is. Michael Lohscheller, CEO Opel/Vauxhall, zet samen met Carlos Tavares, chairman of the managing board groupe PSA, de toekomstplannen uiteen. Het doel van de plannen is om het bedrijf ‘naar structurele winstgevendheid te leiden.’ 

De livestream van de persconferentie kan via DEZE LINK worden gevolgd.

 

 

 

 

Reacties

Men zal nog met weemoed aan de vermaledijde tijden onder General Motor, terug denken bij Opel. Uit voorgaand verhaal blijkt wel . Dat Opel nog slechts een schim zal zijn onder PSA
En slechts gerebagde Peugeot’s mag maken in de toekomst

Geplaatst door: Jeroen Geertsema op

De arrogantie van importeur(s) en merk veroorzaakte al deze schade. Wie zijn billen brand zit op blaren. Triest is dat wederom vele ondernemers die in het merk investeerde de dupe zijn van dit gedrag en winkels kunnen sluiten. Die 100.000 auto’s die ze ooit per jaar verkochten zal voor altijd geschiedenis zijn.Ach ja, volgende ronde, we zitten niet zonder auto’s en life goes on….

Geplaatst door: Arthur Bakvis op

Nu Opel net als Saab nooit geen winstgevende onderneming was en net als Spyker door PSA wordt overgenomen en erger nog hun waardeloze stuk techniek overnemen zal met zwart schrijven lastig worden als Opel product niet meer gekocht gaat worden. Fransen kunnen geen auto’s maken en techniek heeft zich sindsdien negatief bewezen.

Geplaatst door: G. van den Hof op
Analyse: Zó gaat Opel saneren - Automobielmanagement.nl

Analyse: Zó gaat Opel saneren

Opel gaat al zijn modellen gefaseerd op techniek van haar nieuwe Franse moederbedrijf PSA (Peugeot, Citroën, DS) baseren. Het gamma zal daarbij worden teruggesnoeid tot segmenten waarin een goed belegde boterham kan worden verdiend. Maar tegelijkertijd zal met dit kleinere modellenaanbod nieuwe markten worden betreden; iets wat onder het oude Amerikaanse moederbedrijf General Motors taboe was.

Analyse: Zó gaat Opel saneren

De inkoopactiviteiten van Opel zullen worden gebundeld met die PSA. Daarnaast moet het Duitse merk haar loonkosten verlagen. Het hoofdkantoor van Opel in Rüsselsheim zal worden omgevormd tot een competentiecentrum op het gebied van volledig elektrische auto’s.

Dat zijn in het kort de kernelementen van het saneringsplan dat de nieuwe topman van Opel, Michael Lohscheller (links op de foto), geschreven heeft. Met name het inkrimpen van het gamma en het terugdringen van de loonkosten zijn elementen waarmee PSA in 2014 zichzelf onder leiding van CEO Carlos Tavares (rechts op de foto) weer financieel gezond wist te krijgen. Dat is geen toeval: Opel moet nou eindelijk eens uit de rode cijfers zien te komen. En met name de Peugeot 3008 is een groot succesnummer.

Zal het door PSA gedicteerde en door Lohscheller braaf opgeschreven reorganisatieplan tot massaontslagen leiden bij Opel? Tot nu toe heeft Tavares steeds geruststellende woorden gesproken dat de Duitsers al genoeg in eigen vlees hebben gesneden. Maar het is onvermijdelijk dat Opel veel personeel vervroegd met pensioen zal sturen (of dat er een andersoortige vertrekregeling zal worden aangeboden) en dat er voor bepaalde functies een vacaturestop komt. Voor een eigen motoren & transmissielijn is geen toekomst meer. PSA heeft veel efficiëntere aandrijfopties in het schap liggen, waaronder de veel geprezen driecilinder Puretech benzinemotor.

Een doorn in het oog bij Tavares is de prijspolitiek van Opel. De auto’s die het merk produceert worden met hoge kortingen via het eigen dealernetwerk de markt in gedrukt. Dat beleid is in de branche niet ongebruikelijk; het helpt immers de voorraad onverkochte auto’s binnen de perken te houden. Maar Tavares heeft een grote hekel aan deze margevretende handelspolitiek. Hij heeft er niet voor niets bij Peugeot en Citroën korte metten mee gemaakt. Dat kostte PSA toen marktaandeel, maar het resultaat is wel dat het concern financieel weer gezond is. Nu mag (lees: moet) Opel dit voorbeeld gaan volgen.
De autoconsument kan daar blij mee zijn. Op korte termijn betekent de nieuwe prijspolitiek weliswaar minder kortingen, bijvoorbeeld op ‘showroommodellen’, maar het afkicken van de gewoonte om veel auto’s tegen lagere tarieven bij dealers te dumpen, zal er toe leiden dat de restwaarde kan herstellen. En dat is in het belang van zowel de particuliere rijder (minder afschrijven) als leaseklanten (scherpere tarieven).

Maar voor dit ‘zoet’ komt, zal Opel eerst door de zure appel heen moeten bijten. In de fabrieken zal er niet meer op los geproduceerd kunnen worden. En dat terwijl de efficiëntiegraad aldaar volgens Tavares momenteel sowieso al te wensen overlaat. Boosdoener is General Motors, dat eiste dat diverse modellen van Opel ook voldoen aan Amerikaanse normen. Reden is dat hetzelfde basisontwerp door dochtermerk Buick gebruikt moet kunnen worden. Maar voor Opel zelf is dat alleen maar nadelig omdat zij zelf geen auto’s op de Amerikaanse markt mag verkopen.

Bij de jongste Opel modellen, te weten de Crossland en de Grandland, speelt dit probleem niet meer. Die zijn gebaseerd op PSA techniek en primair ontwikkeld voor verkoop in Europa. Het is de verwachting dat er in de toekomst meer Opel modellen zullen volgen waarvan de techniek niet tevens is afgestemd op de Amerikaanse markt. Eerste slachtoffer is de Monza. In gereïncarneerde vorm is dat à la de Mitsubishi Eclipse geen sportwagen meer, maar een cross-over. Het op de Insignia (en dus ook op de Buick Regal) gebaseerde ontwerp had in 2019 verkoopklaar moeten zijn, maar Tavares heeft er een dikke rode streep door gehaald: de op General Motors techniek gebaseerde cross-over draagt niet bij aan de vereiste efficiëntieverbetering.

Je kan de PSA topman niet verwijten dat hij met 2 maten meet: De Fransen hebben onder leiding van Tavares ook hun eigen gamma flink ingekrompen. Het aantal personenwagenmodellen is gereduceerd van 42 naar 26. Dat PSA nog steeds druk bezig is met een inkrimping van het aanbod, werd eerder deze maand duidelijk tijdens de presentatie van de vernieuwde Citroën C4 Cactus. Dat model moet in zijn eentje de honneurs in het C segment gaan waarnemen. Voor de gewone C4 is geen toekomst meer. Eerder werd al de C5 gesaneerd en bij Peugeot verdween de RCZ opvolgerloos uit het gamma.

Tavares heeft als modellenbeleid: één introductie per jaar, per regio en per merk. Dat verklaart waarom er geen plaats is voor een opvolger voor de C4: Citroën introduceert dit jaar de C3 Aircross en in 2018 zal de C5 Aircross in de showrooms verschijnen. Maar voor DS is het beleid van Tavares juist goed nieuws. Na introductietechnisch 6 jaar in de woestijn te hebben rondgedwaald, zal dit merk nu jaarlijks een nieuw model kunnen serveren. Begin volgend jaar start de verkoop van de 7 Crossback en in 2019 volgt de 3 Crossback. Aparte (deels)elektrische modellen zijn door Tavares niet gepland. Dat vindt hij te inefficiënt. Modellen uit het B segment kunnen rekenen op een volledig elektrische variant en grotere auto’s zullen leverbaar worden in stekkerhybride uitvoering. Dit betekent dat de dagen van de vanwege zijn grote actieradius bejubelde Opel Ampera-e geteld zijn. Al komt dat ook omdat Rüsselsheim op elk verkocht exemplaar geld toelegt.

PSA is inmiddels ‘Back in the Race’. Dat is te danken aan een gelijknamig, door Tavares opgesteld, reorganisatieplan. Stevende PSA in 2014 met een jaarverlies van 5 miljard euro nog af op een faillissement, anno 2017 is de onderneming weer winstgevend. Nu is het de taak aan Lohscheller om Opel uit de rode cijfers te krijgen. Vanuit Parijs is hem de opdracht gegeven om in 2019 op operationeel niveau een ‘zwarte nul’ te schrijven. Het jaar daarop moet er een rendement van 2 procent gehaald worden. PSA zelf zal dit jaar vermoedelijk een winstmarge van 6 procent realiseren, oftewel een miljardenbedrag op zijn bankrekening kunnen bijschrijven.

Om dit kunstje in Rüsselsheim te kunnen herhalen, zal Opel door Tavares op een streng dieet worden gezet. Het merk zal weliswaar zijn eigen modellen mogen blijven ontwerpen (een basisvoorwaarde om überhaupt te kunnen overleven), maar voor de rest halen de Fransen de stofkam door alle uitgaven. Zo zijn koekjes bij de koffie voortaan verboden en hoeft het management niet meer te rekenen op een smartphone van de zaak. Dat leidt tot geklaag op het hoofdkantoor van Opel, maar op medelijden van PSA hoeft men in Rüsselsheim niet te rekenen: daarvoor zijn de in het verleden geleden verliezen ‘te dramatisch’.

Tavares maakt op deze manier de geesten rijp voor een drastische sanering bij Opel waarbij, het kan niet anders, duizenden arbeidsplaatsen zullen verdwijnen. En waarbij het gamma flink ingekrompen gaat worden. Zo zal de Karl geen opvolger krijgen. Dat model wordt immers in de (Zuid Koreaanse) General Motors fabriek gebouwd. Bovendien wordt er door vrijwel niemand geld verdiend in het A segment, dus dat is ook een reden waarom dit model, dat op zich leuke dingen doet voor het marktaandeel van Opel, zal verdwijnen. Ook de Corsa bevindt zich in de gevarenzone, al bevindt de nieuwe editie zich te ver in het ontwikkelingstraject om nog te kunnen worden gesaneerd. Maar ook in het B segment zijn de winstmarges flinterdun; niets voor niets maakt Fiat geen haast met een opvolger voor de Punto. (Toralt Deinum, Autointernationaal)
 

Opel presenteert morgen, 9 november, haar toekomstplannen. De persconferentie wordt live uitgezonden via een online stream die vanaf 9.15 uur te volgen is. Michael Lohscheller, CEO Opel/Vauxhall, zet samen met Carlos Tavares, chairman of the managing board groupe PSA, de toekomstplannen uiteen. Het doel van de plannen is om het bedrijf ‘naar structurele winstgevendheid te leiden.’ 

De livestream van de persconferentie kan via DEZE LINK worden gevolgd.

 

 

 

 

Reacties

Men zal nog met weemoed aan de vermaledijde tijden onder General Motor, terug denken bij Opel. Uit voorgaand verhaal blijkt wel . Dat Opel nog slechts een schim zal zijn onder PSA
En slechts gerebagde Peugeot’s mag maken in de toekomst

Geplaatst door: Jeroen Geertsema op

De arrogantie van importeur(s) en merk veroorzaakte al deze schade. Wie zijn billen brand zit op blaren. Triest is dat wederom vele ondernemers die in het merk investeerde de dupe zijn van dit gedrag en winkels kunnen sluiten. Die 100.000 auto’s die ze ooit per jaar verkochten zal voor altijd geschiedenis zijn.Ach ja, volgende ronde, we zitten niet zonder auto’s en life goes on….

Geplaatst door: Arthur Bakvis op

Nu Opel net als Saab nooit geen winstgevende onderneming was en net als Spyker door PSA wordt overgenomen en erger nog hun waardeloze stuk techniek overnemen zal met zwart schrijven lastig worden als Opel product niet meer gekocht gaat worden. Fransen kunnen geen auto’s maken en techniek heeft zich sindsdien negatief bewezen.

Geplaatst door: G. van den Hof op