Dat staat in uit een onderzoek van het medianetwerk European Investigative Collaborations EIC in samenwerking met de Belgische krant De Standaard. Een voorbeeld: de verkoopprijs van sensoren voor het gaspedaal van een Renault Mégane steeg in enkele jaren van 51,71 naar 110,22 euro, meer dan een verdubbeling dus. De productiekosten bedragen 12 euro zodat Renault bijna 100 euro per stuk aan winst weet op te strijken. Volgens De Standaard strekten de praktijken zich ook uit over Dacia waar bijvoorbeeld wieldoppen 76 euro moeten kosten terwijl de productieprijs slechts 21 euro bedraagt.

Het schandaal is gebaseerd op software met de naam Partneo die is ontwikkeld door een Franse deskundige op het gebied van optimalisatie van industriële winsten, legt De Standaard verder uit. Hij stapte er in 2006 eerst mee naar Renault en haalde drie jaar later ook PSA binnen boord. De software gaat uit van het begrip ‘magische waarde’, dat wil zeggen het bedrag dat een klant bereid is voor een bepaald product te betalen. Op basis van die berekening verhoogden de beide autofabrikanten na toepassing van Partneo hun verkoopprijzen voor onderdelen soms fors. Inmiddels heeft de oorspronkelijke ontwikkelaar van de software een rechtszaak aangespannen tegen alle betrokken partijen omdat hij vindt dat ze misbruik hebben gemaakt van zijn systeem. Zowel Renault als PSA ontkennen de beschuldigingen.