Marchionne werd drie weken geleden aan zijn schouder geopereerd. Hij was al enige tijd ziek en is sinds 26 juni niet meer in het openbaar gezien. Volgens een zaterdag verspreid bericht van FCA ‘hebben zich onverwachte complicaties voorgedaan die in de recente uren snel ernstiger zijn geworden’. Dat leidt er toe dat Marchionne niet meer zal kunnen werken. Verdere informatie over het lot van de 66-jarige Canadees/Italiaan, die bekend staat als een zware roker, is niet naar buiten gebracht.

Marchionne zou tijdens de aandeelhoudersvergadering van FCA van volgend jaar toch al met pensioen gaan en officieel heeft FCA ‘de opvolging van de CEO versneld’. Marchionne is ook bestuursvoorzitter én CEO van Ferrari en chairman van vrachtautobouwer CNH, beide afsplitsingen van Fiat. Bij Ferrari wordt hij als CEO opgevolgd door de tweede man Louis C. Camilleri terwijl bij CNH Derek Neilson tijdelijk de taken waarneemt.

Bestuursvoorzitter John Elkann van FCA, een kleinzoon van Gianni Agnelli die Fiat groot heeft gemaakt, heeft Sergio Marchionne zaterdagavond laat in een uiterst persoonlijke verklaring bedankt voor alles wat hij voor het autobedrijf heeft gedaan. "Ik ben erg bedroefd over de berichten over Sergio’s gezondheid. Het is een situatie waar we een paar uur geleden niet aan hebben kunnen denken en die bij ons een werkelijk gevoel van onrechtvaardigheid opwekt." Elkann kijkt verder terug op de eerste kennismaking: "Wat me toen vooral trof, meer nog dan zijn managementvaardigheden en buitengewone intelligentie, waren zijn menselijke kwaliteiten, zijn edelmoedigheid en de manier waarop hij mensen begreep. De laatste 14 jaar hebben we successen en moeilijkheden, interne en externe crises maar ook unieke en niet te herhalen momenten beleefd, zowel persoonlijk als beroepshalve." Elkann noemt Sergio een ‘verlicht leider waarmee je van gedachten kon wisselen en die je kon vertrouwen. Een mentor maar boven alles een ware vriend. Hij heeft ons geleerd dat de enige vraag die de moeite waard is om aan het eind van elke dag te stellen is of je iets hebt kunnen verbeteren en of we een verandering hebben kunnen bewerkstelligen.’

Marchionne, die altijd een zwarte of blauwe trui en nooit een pak of stropdas aan heeft, nam in 2004 de leiding van het toen in zwaar weer verkerende Fiat op zich nadat dat bedrijf eerder vijf directeuren in twee jaar tijd had versleten. In die tijd was Fiat nog nauw verbonden met General Motors dat echter koste wat het kost onder die alliantie met de noodlijdende Italianen uit wilde komen. Uiteindelijk legde GM een bedrag van twee miljard dollar op tafel om Fiat maar niet over te hoeven nemen. In de volgende jaren wist Marchionne echter met drastische bezuinigingen en harde on-Italiaanse ingrepen Fiat er weer bovenop te helpen. Zo stuurde hij één op de tien managers naar huis en liet hij de ontwikkelingstijd voor nieuwe modellen halveren.

De kroon op zijn werk kwam vervolgens in 2014 toen Fiat het door de crisis bijna omgevallen Chrysler overnam om zo Fiat Chrysler Automobiles te vormen. Chrysler, inmiddels verdwenen in Europa, bracht ook merken als Dodge, RAM en vooral Jeep binnen die nu tot de grote winstmakers van het autoconcern behoren. Onder leiding van de nu tot CEO gepromoveerde Manley heeft Jeep de verkopen de laatste tien jaar ruim vervijfvoudigd van 337.000 naar 1,9 miljoen auto’s dit jaar. Jeep alleen al zal dit jaar zo’n 70 procent van de totale winst van het autoconcern opleveren. Toch is er onder Marchionne’s leiding ook veel niet gelukt. Zo riep hij tijden lang van de daken dat er een nieuwe consolidatie nodig was in de internationale autowereld om de enorme investeringen op te kunnen brengen. Hij maakte daartoe openlijk avances naar Volkswagen en ook weer naar General Motors maar ving bij beide partijen bot. Ook een recente toenadering van het Chinese Great Wall Motors, dat vooral geïnteresseerd leek in Jeep, liep op niets uit. De laatste tijd leek hij zich erbij neer te leggen dat Fiat Chrysler Automobiles het verder op eigen kracht zou moeten doen. Maar nu dan wel zonder Sergio.