Component-groep VW stort zich op elektrisch

Volkswagen Group Components, de grotendeels verzelfstandigde onderdelen-divisie van de VW Groep, gaat zich sterk richten op elektrische voertuigen en de laadinfrastructuur die daarvoor nodig is.

Vanaf volgend jaar moet een fabriek in Hannover kleinere laadstations, de zogenaamde flexible fast charging stations, gaan bouwen. Die productie vervangt dan een deel van de fabricage van onderdelen voor verbrandingsmotoren. De kleine laadstations krijgen vier laadplekken en kunnen ook worden gebruikt voor de opslag van eco-stroom.

Volkswagen Group Components vormt sinds 1 januari een nieuw merk binnen de Duitse Groep. De voormalige divisie treedt op als de in-house leverancier van onderdelen waaronder motoren, versnellingsbakken, elektrische aandrijvingen, stuursystemen en autostoelen. Met 80.000 werknemers en 61 fabrieken wereldwijd is Volkswagen Group Components één van de grootste toeleveranciers aan de auto-industrie. VW speelt ook met de gedachte om de onderdelen-tak naar de beurs te brengen zoals ook zal gebeuren met de inmiddels op eigen benen staande vrachtwagendivisie.

Met het onder één dak brengen van de onderdelen van alle merken beoogt de Volkswagen Groep nadrukkelijk te profiteren van schaalvoordelen en andere bezuinigingen. In de twee jaar tot eind 2018 is al voor 750 miljoen euro aan efficiëntie ingeboekt, een bedrag dat tegen 2025 tot twee miljard euro moet oplopen. Tegelijk wordt zwaar geïnvesteerd in componenten voor elektrische mobiliteit. De onderdelentak krijgt daarbij onder meer de volledige verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling, productie en recycling van batterijen. In die plannen past ook de bouw van de kleinere laadstation, benadrukt CEO Thomas Schmall van Volkswagen Group Components: “De ontwikkeling van laadinfrastructuur is een sleutelfactor voor het succes van e-mobiliteit. Ons flexible fast charging station kan daar een grote bijdrage aan leveren, wat wordt bewezen door de grote belangstelling bij potentiële partners.”

Component-groep VW stort zich op elektrisch - Automobielmanagement.nl

Component-groep VW stort zich op elektrisch

Volkswagen Group Components, de grotendeels verzelfstandigde onderdelen-divisie van de VW Groep, gaat zich sterk richten op elektrische voertuigen en de laadinfrastructuur die daarvoor nodig is.

Vanaf volgend jaar moet een fabriek in Hannover kleinere laadstations, de zogenaamde flexible fast charging stations, gaan bouwen. Die productie vervangt dan een deel van de fabricage van onderdelen voor verbrandingsmotoren. De kleine laadstations krijgen vier laadplekken en kunnen ook worden gebruikt voor de opslag van eco-stroom.

Volkswagen Group Components vormt sinds 1 januari een nieuw merk binnen de Duitse Groep. De voormalige divisie treedt op als de in-house leverancier van onderdelen waaronder motoren, versnellingsbakken, elektrische aandrijvingen, stuursystemen en autostoelen. Met 80.000 werknemers en 61 fabrieken wereldwijd is Volkswagen Group Components één van de grootste toeleveranciers aan de auto-industrie. VW speelt ook met de gedachte om de onderdelen-tak naar de beurs te brengen zoals ook zal gebeuren met de inmiddels op eigen benen staande vrachtwagendivisie.

Met het onder één dak brengen van de onderdelen van alle merken beoogt de Volkswagen Groep nadrukkelijk te profiteren van schaalvoordelen en andere bezuinigingen. In de twee jaar tot eind 2018 is al voor 750 miljoen euro aan efficiëntie ingeboekt, een bedrag dat tegen 2025 tot twee miljard euro moet oplopen. Tegelijk wordt zwaar geïnvesteerd in componenten voor elektrische mobiliteit. De onderdelentak krijgt daarbij onder meer de volledige verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling, productie en recycling van batterijen. In die plannen past ook de bouw van de kleinere laadstation, benadrukt CEO Thomas Schmall van Volkswagen Group Components: “De ontwikkeling van laadinfrastructuur is een sleutelfactor voor het succes van e-mobiliteit. Ons flexible fast charging station kan daar een grote bijdrage aan leveren, wat wordt bewezen door de grote belangstelling bij potentiële partners.”