Daimler, Ford en vooral Jaguar Land Rover zijn de beste voorbeelden van die laatste categorie. Bij Daimler kwam de winst 30 procent lager uit op 11,1 miljard euro, het laagste cijfer sinds 2014. Het aantal verkochte auto’s en de omzet waren wel iets – twee procent – hoger dan in 2017 maar door die lagere winst daalde de marge in automotive van 9,4 naar 7,8 procent. En wat zegt CEO dr Dieter Zetsche? “2018 was een jaar van forse tegenwind. Dat weerspiegelt zich in onze financiële resultaten en in de koers van de aandelen. We hebben die tegenwind echter toch het hoofd geboden en belangrijke vooruitgang geboekt op de kerngebieden voor de toekomst.”

Moeten we Jaguar Land Rover nog noemen? Dat kwam in de laatste drie maanden van 2018, het derde kwartaal van haar boekjaar, uit op een megaverlies van bijna 3,9 miljard euro. Wordt een miljarden-aftrek op onroerend goed en goodwill buiten beschouwing gelaten, dan zit de Britse autobouwer nog altijd ruim 310 miljoen euro in het rood. En dat is dan een cijfer over één kwartaal, niet eens over het volledige boekjaar. “De onderneming heeft te kampen met sterke markt-, regulerende- en technologische tegenwind,” zegt ook hier CEO dr Ralf Speth. JLR is al bezig met het schrappen van 5.500 banen maar de vraag is of dat genoeg is voor moederbedrijf Tata Motors dat wegens de nood bij de Britse dochter zelf een koersklap van 30 procent opliep.

Ford kwam in het laatste kwartaal ook in het rood uit, het eerste kwartaalverlies in twee jaar tijd. De jaarwinst halveerde, Europa blijft verlies opleveren en de marge zakte naar een magere 2,3 procent. Eerder, toen het nog gouden tijden waren, gingen veel autobazen ervan uit dat je rond de 10 moet zitten om goed te draaien. Op de belangrijke Amerikaanse thuismarkt verkocht Ford in december bijna negen procent minder auto’s dan een jaar eerder, verreweg de slechtste prestatie van de Big Three. “Nooit meer zo’n jaar als 2018,” roept topman Jim Hackett dan ook vertwijfeld uit. Hij hoopt maar ‘dat we een sterk fundament hebben gelegd voor het opnieuw vormgeven van onze onderneming en om te investeren in het versterken van de concurrentiekracht.’

Ook aan Japanse kant gaat het slecht met een winstdaling van 80 procent in Q4 voor Toyota, hoewel dat deels te wijten was aan verliezen op beleggingen. De snelle verslechtering van de internationale automarkt is voor Toyota reden de verwachte winst over het boekjaar tot 31 maart terug te schroeven van 18,3 naar 15 miljard euro. De op twee na grootste autogroep laat het bij kwartaalberichten altijd bij de kale cijfers en geeft verder geen toelichting.

Bij Volvo Cars ging het iets beter maar liep de operationele marge, eigenlijk het belangrijkste waarschuwingslicht voor de gang van zaken, omlaag van 6,7 naar een magere 5,6 procent. Volvo Cars kwam nog wel hoger uit wat winst en omzet betreft, maar ook hier waarschuwt CEO Hakan Samuelsson voor slecht weer: “We moeten realistisch zijn en erkennen dat de marges voortdurend onder druk blijven.”

Bij Fiat Chrysler Automobiles lijkt het beeld wat gunstiger, ondanks de opschudding door het overlijden van Sergio Marchionne. “Het is een bewogen jaar geweest,” zegt zijn opvolger Mike Manley, die de zaken volgens de autowereld nog lang niet goed op de rails heeft. FCA kon in 2018 zowel de omzet als de winst wat opvoeren, deels dankzij onderdelen-dochter Magneti Marelli die wel verkocht is maar nog niet is overgedaan. Bij FCA zit het venijn echter vooral in de staart, met sterk gedaalde verkoopcijfers in het laatste kwartaal. Dat is vooral te wijten aan Europa, reden waarop in de analisten-wereld opnieuw openlijk wordt gezinspeeld op een alliantie van FCA – of in ieder geval Fiat – met PSA waarmee een droom van wijlen Marchionne dan misschien toch werkelijkheid zou worden.

De oorzaken voor al die tegenwind zijn bekend. In China, jarenlang de hoop in bange dagen voor nagenoeg alle autofabrikanten, zijn de autoverkopen in 2018 voor het eerst sinds 1990 lager uitgekomen dan een jaar eerder. In december was zelfs sprake van een min van dertien procent waarmee heel 2018 bijna drie procent lager uitkwam. Die daling komt redelijk onverwachts want eerder werd voor het afgelopen jaar nog een groei van rond de drie procent voorzien.

In de Verenigde Staten zijn de grote automerken na het voorbeeld van General Motors gestopt met het publiceren van maandelijkse verkoopcijfers. De trend is echter duidelijk ‘downwards’, valt uit commentaren op te maken. Bovendien willen zeker de Amerikanen meer SUV’s en grote pick-ups, wat bedrijven als General Motors en Ford kapitalen kost aan het ombouwen van de fabrieken.

In Europa bleef de automarkt vorig jaar net stabiel maar liet december een daling van ruim acht procent zien. Hier zijn de grote dreunen van de overgang naar het WLTP-keuringsregime nog steeds niet uitgewerkt terwijl ook Brexit steeds meer gevolgen lijkt te hebben. Bij dat alles moeten autobedrijven ook enorme kapitalen investeren in de overgang naar elektrisch en de komst van autonoom rijden, geld dat ergens uit de kasstroom moet komen.

In de hele wereld begint ook nog het economisch tij te verslechteren, misschien met Zuid-Amerika als uitzondering, waardoor de autokoper het liever even aankijkt. Of dat beeld én die tegenwind de komende weken verder versterkt worden, moet blijken uit de cijfers van de grote Europese spelers. Renault komt daarmee op Valentijnsdag, PSA op 26 februari terwijl we bij de Volkswagen Groep tot 14 maart moeten wachten.