Onder het merk Jetta gaat de Duitse autobouwer zich in China specifiek richten op het instap-segment in de automarkt, dat wil specifiek zeggen de snel-groeiende middenklasse in steden tot rond een miljoen inwoners die graag een eigen auto willen bezitten. De auto’s die Jetta daarvoor op de markt brengt – twee SUV’s en één sedan – moeten nadrukkelijk meer gaan kosten dan het gemiddelde van tussen de 5.000 en 6.000 euro in dit segment.

“Het gebeurt niet elke dag dat er een splinternieuw merk opduikt in de autowereld,” stelde verkoopchef Jürgen Stackmann. Hij legde daarbij uit dat Jetta vooral mikt op ‘jonge, gezins-georiënteerde mensen van tussen de 25 en 35 jaar oud die vol zelfvertrouwen en modern zijn en een open mind hebben.’ De Duitsers hebben berekend dat 81 procent van alle Chinese autokopers hun eerste wagen aanschaffen. Jetta richt zich op deze doelgroep door een hoge kwaliteit, veiligheid, emotionaliteit, waardevastheid en fris ontwerp te bieden. De auto’s die aan al die kenmerken voldoen worden gebouwd bij vaste partner FAW-Volkswagen in Chengdu. De verkoop wordt geregeld via een eigen dealernetwerk dat voor Jetta zal worden opgericht.