Volvo was pessimistisch over PHEV maar is nu positief over BEV

Volvo erkent de vraag naar stekkerhybride modellen (zogeheten PHEV auto’s) onderschat te hebben. Daarom wordt de productie van de voor dit aandrijflijn type benodigde componenten alsnog opgevoerd.

Volvo was pessimistisch over PHEV maar is nu positief over BEV

De vraag naar de zogeheten Twin Engine stekkerhybride Volvo modellen blijkt namelijk wereldwijd veel groter dan verwacht. Volvo is daarom gedwongen om actie te ondernemen en om de productie flink opvoeren, zo laat topman Håkan Samuelsson (foto) in een interview weten.

Volvo heeft momenteel een tekort aan accu’s, elektromotoren en andere componenten om de Twin Engine modellen te kunnen produceren. Samuelsson kondigt aan dat de productie hiervan daarom verdrievoudigd gaat worden om aan de vraag te kunnen voldoen. Volgens de baas van Volvo zijn de stekkerhybride uitvoeringen goed voor ongeveer 10 tot 15 procent van de totale wereldwijde verkoop van het merk.

Volvo levert in Nederland diverse Twin Engine modellen, waarvan de XC90 T8 met 390 pk de bekendste is. De XC60, V90 en S90 zijn ook met deze krachtbron verkrijgbaar. Verder is er van de S60 en V60 ook een T6 Twin Engine variant met 340 pk. Dit model-duo kan net als de XC60 ook als sportieve T8 Polestar Engineered worden besteld, die over een gecombineerd vermogen van 405 pk beschikt. In het tweede kwartaal zal de XC40 T5 Twin Engine worden voorgesteld. Die krijgt een 3 cilinder 1,5 liter turbobenzinemotor als basisunit. Alle T6 en T8 versies hebben een 2,0 liter 4 cilinder blok.

BEV

Van de XC40 zal in september op de IAA van Frankfurt een volledig elektrische uitvoering worden gepresenteerd. Die krijgt dezelfde aandrijflijn als de Polestar 2 oftewel een 78 kWh grote batterij (vandaar de afkorting BEV: Battery Electric Vehicle). De 2 elektromotoren (op elke as een exemplaar, waardoor er sprake is van vierwielaandrijving) zijn samen goed voor 408 pk.

Op dit moment zijn elektrische auto’s nog erg duur om te maken, waardoor de winstmarge (voor zover daar überhaupt sprake van is) een stuk geringer is dan op conventioneel aangedreven modellen. Maar Volvo verwacht dat aan emissieloze voertuigen vanaf 2025 even veel geld verdiend zal kunnen worden. Dit betekent dat de winstdaling, waar momenteel sprake van is bij het Zweedse automerk, slechts van tijdelijke aard is.

In de periode tot 2025 zal de verkoop van elektrische auto’s gestaag lucratiever worden, zo voorspelt Samuelsson. Tegelijkertijd nemen de kosten om modellen met een verbrandingsmotor aan de steeds strenger wordende emissie-eisen te laten voldoen toe. Het resultaat is dat bij dergelijke auto’s de winstgevendheid onder druk komt te staan. Met onder de streep het effect dat aan beide soorten personenwagens in 2025 globaal even veel geld valt te verdienen.

Er zal volgens Samuelsson dan geen reden zijn om het gaspedaal niet vol in te trappen voor wat betreft de introductie van volledig elektrische auto’s. Persbureau Reuters meldt dat autofabrikanten verwachten de komende jaren 300 miljard euro minder uit te hoeven gaan geven aan elektrische aandrijftechnologie, maar zich tegelijkertijd realiseren dat het bouwen van emissieloze modellen als gevolg van dure onderdelen en een vooralsnog geringe afzet de komende jaren nog een dure aangelegenheid zal zijn. (bron: Autointernationaal)

Volvo was pessimistisch over PHEV maar is nu positief over BEV - Automobielmanagement.nl

Volvo was pessimistisch over PHEV maar is nu positief over BEV

Volvo erkent de vraag naar stekkerhybride modellen (zogeheten PHEV auto’s) onderschat te hebben. Daarom wordt de productie van de voor dit aandrijflijn type benodigde componenten alsnog opgevoerd.

Volvo was pessimistisch over PHEV maar is nu positief over BEV

De vraag naar de zogeheten Twin Engine stekkerhybride Volvo modellen blijkt namelijk wereldwijd veel groter dan verwacht. Volvo is daarom gedwongen om actie te ondernemen en om de productie flink opvoeren, zo laat topman Håkan Samuelsson (foto) in een interview weten.

Volvo heeft momenteel een tekort aan accu’s, elektromotoren en andere componenten om de Twin Engine modellen te kunnen produceren. Samuelsson kondigt aan dat de productie hiervan daarom verdrievoudigd gaat worden om aan de vraag te kunnen voldoen. Volgens de baas van Volvo zijn de stekkerhybride uitvoeringen goed voor ongeveer 10 tot 15 procent van de totale wereldwijde verkoop van het merk.

Volvo levert in Nederland diverse Twin Engine modellen, waarvan de XC90 T8 met 390 pk de bekendste is. De XC60, V90 en S90 zijn ook met deze krachtbron verkrijgbaar. Verder is er van de S60 en V60 ook een T6 Twin Engine variant met 340 pk. Dit model-duo kan net als de XC60 ook als sportieve T8 Polestar Engineered worden besteld, die over een gecombineerd vermogen van 405 pk beschikt. In het tweede kwartaal zal de XC40 T5 Twin Engine worden voorgesteld. Die krijgt een 3 cilinder 1,5 liter turbobenzinemotor als basisunit. Alle T6 en T8 versies hebben een 2,0 liter 4 cilinder blok.

BEV

Van de XC40 zal in september op de IAA van Frankfurt een volledig elektrische uitvoering worden gepresenteerd. Die krijgt dezelfde aandrijflijn als de Polestar 2 oftewel een 78 kWh grote batterij (vandaar de afkorting BEV: Battery Electric Vehicle). De 2 elektromotoren (op elke as een exemplaar, waardoor er sprake is van vierwielaandrijving) zijn samen goed voor 408 pk.

Op dit moment zijn elektrische auto’s nog erg duur om te maken, waardoor de winstmarge (voor zover daar überhaupt sprake van is) een stuk geringer is dan op conventioneel aangedreven modellen. Maar Volvo verwacht dat aan emissieloze voertuigen vanaf 2025 even veel geld verdiend zal kunnen worden. Dit betekent dat de winstdaling, waar momenteel sprake van is bij het Zweedse automerk, slechts van tijdelijke aard is.

In de periode tot 2025 zal de verkoop van elektrische auto’s gestaag lucratiever worden, zo voorspelt Samuelsson. Tegelijkertijd nemen de kosten om modellen met een verbrandingsmotor aan de steeds strenger wordende emissie-eisen te laten voldoen toe. Het resultaat is dat bij dergelijke auto’s de winstgevendheid onder druk komt te staan. Met onder de streep het effect dat aan beide soorten personenwagens in 2025 globaal even veel geld valt te verdienen.

Er zal volgens Samuelsson dan geen reden zijn om het gaspedaal niet vol in te trappen voor wat betreft de introductie van volledig elektrische auto’s. Persbureau Reuters meldt dat autofabrikanten verwachten de komende jaren 300 miljard euro minder uit te hoeven gaan geven aan elektrische aandrijftechnologie, maar zich tegelijkertijd realiseren dat het bouwen van emissieloze modellen als gevolg van dure onderdelen en een vooralsnog geringe afzet de komende jaren nog een dure aangelegenheid zal zijn. (bron: Autointernationaal)