De groep verkocht wereldwijd 42.370 auto’s, dat is weer ruim 12 procent minder dan een jaar geleden. Land Rover blijft het ’t slechtste doen met een daling van 13,5 procent naar 29.228 exemplaren maar Jaguar moest met net 13.142 verkochte auto’s dit keer ook bijna 9,5 procent inleveren. Over de eerste vijf maanden van dit jaar liggen de verkopen bij JLR daarmee bijna tien procent onder het niveau van 2018.

JLR blijft intussen maatregelen nemen om de kosten zoveel mogelijk te drukken. Het bedrijf heeft de 2.500 werknemers in haar fabriek in Castle Bromwich bij Birmingham gevraagd akkoord te gaan met een vierdaagse werkweek. De werktijd blijft 37 uur per week maar door de fabriek één dag per week stil te leggen hoopt JLR de efficiëntie verder te verbeteren. In Castle Bromwich wordt momenteel onder meer de Jaguar XJ gebouwd maar de productie daarvan stopt op 5 juli. JLR belooft in haar Britse fabrieken te blijven investeren maar dat moet er wel een besparingsslag gemaakt worden: “Het is afhankelijk van de vraag of we kunnen werken in een omgeving waarin wij en onze ketenpartners goed kunnen gedijen en of we de operationele bezuinigingen uit ons transformatieplan kunnen realiseren,” aldus een verklaring van JLR.