De fabrieken van onder meer Nissan, Ford, Opel, Honda, Toyota en Jaguar Land Rover hebben te kampen met veel tegenwind. Traditioneel bouwden ze veel diesels, zeker voor de Britse thuismarkt, maar die brandstof is nu vrijwel overal uit de gratie geraakt. Daarnaast is er in veel landen twijfel gerezen of de economische voorspoed nog lang aan zal houden. De sterk van de export afhankelijke fabrieken én hun moederbedrijven hebben ook steeds meer last van de handelsoorlog. Bij dat alles komt voor de Britten de aanhoudende onzekerheid over Brexit. Premier Johnson stevent keihard af op een no-deal Brexit met de EU op 31 oktober wat zeker voor de just-in-time werkende autofabrieken tot grote verstoringen zal leiden. De onrust over Brexit is nog aangewakkerd doordat Johnson het parlement voor geruime tijd heeft laten schorsen.
Inmiddels heeft Honda al aangekondigd haar fabriek in Swindon in 2021 te sluiten. PSA dreigt hetzelfde te doen met een grote fabriek voor Opel/Vauxhall in Ellesmere Port bij Liverpool als er niet snel een aanvaardbare Brexit-oplossing komt. Nissan heeft het besluit om een nieuwe X-Trail te bouwen in haar fabriek in Sunderland teruggedraaid. Aan de andere kant heeft BMW de productie van de elektrische Mini wel toebedeeld aan de Britse fabriek in Oxford.